Het zijn bijzondere tijden. Het coronavirus houdt ons al een tijd in de greep. Ieder gaat er op zijn of haar manier mee om. Ik heb soms wel eens het idee dat de reacties een beetje doorslaan, want ach, de beperkingen, ze vallen eigenlijk toch best wel mee. We moeten allemaal een paar stapjes terug en we gaan er op een ‘volwassen manier’ mee om. Tijdens een leespauze tussen hoofdstuk zestien en zeventien van een inspirerend stuk klassieke wereldliteratuur besloot ik het nieuws op de tv te bekijken. Ik viel in bij een item waar een neo-hippie met zijn ongewassen hoofd vol in beeld was terwijl hij aan het raaskallen was. Het zag er niet fris uit en het klonk zeker niet al best. Zijn stem kraakte, schuurde en raspte als een egel in een blender. Kort samengevat kwam het er op neer dat er geen vrijheid meer was in het land, ons de grondwettelijke rechten werden ontzegd en een dictatuur een schrikbewind aan het voeren was. Mijn hart sloeg over van geluk. Na boekenkasten vol te hebben ge