De lente is de opmaat voor de zomer en derhalve niet mijn lievelingsseizoen. Toch ben ik immer weer om een reden blij dat het weer lente is. Niet omdat de zon uitbundiger gaat schijnen, het langer licht wordt, de terrassen open gaan of het groen ontluikt. Het is de vogeltelling die me doet uitzien naar de lente. In het lommerrijke wijkje waar ik woon vindt iedere lente een vogeltelling plaats. Sinds jaar en dag meld ik me aan en op de desbetreffende dag zit ik al om 6.00 uur met een kan koffie, een stapel boterhammen, een blocnote en een verrekijker in mijn tuin. Ook vorig jaar. Het was weer lente na een lange, donkere winter waarin het volk door diverse maatregelen zich noodgedwongen moest opsluiten tussen vier muren. Verveeld en verwend hebben ze hun spaarzame vrije tijd gevuld met het bekijken van burgermansfeuilletonnetjes op Netflix. Niets van die onzin voor mij. Ik heb me gestort op het oeuvre van de Noorse cynicus Karl Ove Knausgard en de Russische romanticus Konstantin Pausto