Doorgaan naar hoofdcontent

De Nar





Veel mensen spiegelen zich aan grote persoonlijkheden uit de geschiedenis. Persoonlijkheden die de geschiedenis hebben verrijkt of geteisterd. Het zijn echter zonder uitzondering personen die een diepe indruk hebben achtergelaten op deze mensen. Er zijn bijvoorbeeld mensen die Jozef Stalin vereren. Stalin was ruim dertig jaar de leidende man in de Sovjet-Unie. Hij is de uitvinder van de overlegcultuur en heeft daarnaast op kordate wijze het arbeidspotentieel geografisch weten her te verdelen. Het ontwikkelen van een uitgekiend distributiesysteem voor de graanoogsten heeft wisselend succes gehad. Vooral in de Oekraïne kwam het niet helemaal van de grond. Desondanks is hij bewonderd om zijn visie en lef. De Paus als representant van de grootste Partij Der Kindervrinden is ook een voorbeeld van een persoon waar veel mensen zich aan spiegelen.

Wat mezelf betreft is er niet een speciaal persoon waar ik me aan spiegel. Ik zie het breder en bewonder vooral een soort persoonlijkheid. Het betreft de nar. De nar is een grappenmaker die met zijn grappen en grollen mensen weet te vermaken. De nar heeft zijn oorsprong in de Middeleeuwen en daar gaf hij of zij vooral acte de presence aan het hof van een vorst. Met uitgekiende woordgrapjes, plaagstootjes en intelligente manipulaties wist hij massa’s mensen uit de kast te lokken en ze belachelijk te maken en te vernederen. Een rol die mij ook zeer aan het hart ligt en waarbij ik me als een vis in het water voel. Ik zet voor u enkele situaties op een rij waarbij ik in de huid van de nar ben gekropen.




Chinezen

U heeft ongetwijfeld begrepen dat ik een kosmopoliet ben. De mens is mijn vriend, ongeacht zijn geaardheid, ras, religie, politieke voorkeur of waar hij of zij vandaan komt. De wereld is van ons allemaal. We hebben allemaal het recht om aardig of desgewenst een klootzak te zijn. Met zo’n instelling benader je ieder op een gelijke manier. Je prijst de mens, veracht ze of maakt grapjes over ze, maar onderscheid maken doe je niet. Ik ben dol op grapjes, vooral als ze tegen de heersende toelaatbare norm aanschurken. Grenzen die voornamelijk worden getrokken door witmensen die wonen in Truman Show-achtige settings. Hoe leuk is het toch om die grens te passeren en een reactie uit te lokken. Het doel heiligt de middelen. Laten we eerlijk zijn. Grapjes over Koelies, Roetmoppen, Kaaskoppen, Bleekscheten, Kamelenneukers, Poepchinezen en Christusmoordenaars sorteren toch net even wat meer effect.

Ik ben tijdelijk onderdeel geweest van een groep mensen waarin culturele superioriteit de boventoon voerde. Het was een superioriteit die de heikneuters zelf ervoeren, maar gestoeld was op nul komma nul realiteitszin. Het was meer een lege verzameling mensen die leed aan zelfoverschatting. Voorspelbaar als deze mensen waren reageerden ze op een onethisch grapje als een stier op een rode lap. Nu had ik met een paar ex-collega’s de gewoonte om iedereen die maar ergens uit Azië vandaan kwam een Chinees te noemen. Een kenmerkende Aziatische look was daar debet aan. Zelfstandige staten noemden wij Chinese provincies. Soms maakten we een uitstapje naar de andere kant van de wereld. Volkeren die met hun voorkomen tegen een Aziatisch uiterlijk aanschurken werden gemakshalve ook Chinezen genoemd. Zo kon het gebeuren dat een Peruaan door ons als een Chinees werd bestempeld van de afvallige provincie Peru. U kunt zich vast de hilariteit voorstellen die dat bij ons opriep.

Ik besloot dit foefje uit te proberen bij het culturele groepje en dan vooral bij een bepaalde kerel. De beste man was zo correct en moraliserend dat hij ongetwijfeld een hoop te verbergen moest hebben. Niemand kon zo zijn, zelfs Moeder Theresa niet. Ik geef een weergave van een gesprek dat ik met hem had. Ik zal hem gemakshalve X noemen.

Ik             : Denk jij dat imperialisme nog een kans heeft?

X              : Wat bedoel je? Wat is dat voor vraag?

Ik           : Heel simpel. Denk jij dat landen hun macht willen/kunnen uitbreiden door gebieden/landen te veroveren?

X        : Misschien dat je Rusland kan betichten van een neiging tot imperialisme, maar in deze moderne tijden met Social Media zal een land snel door de internationale gemeenschap op de vingers worden getikt.

Ik             : Dan vergis je je.

X              : Hoe bedoel je?

Ik       : De Chinezen hebben ongemerkt hun gebied uitgebreid en de oorspronkelijke bevolking verdreven. Eerst richting het westen, maar later ook richting het Zuiden. Het Grote Chinese Rijk wordt groter en groter.

X             : Wat bazel je nou? De grenzen van China zijn al generaties zo goed als hetzelfde. Dat er veel Chinezen buiten China wonen is een totaal ander verhaal. Je begrijpt er niet veel van.

Ik            : Ik begrijp het volkomen. De grenzen van het Grote Chinese Rijk verplaatsen zich steeds meer. Je hoeft steeds minder naar het oosten te reizen om in China te komen.

Ik kon mijn lachen haast niet inhouden. De irritatie en het ongeloof dropen van zijn correcte weke smoel. Het werd tijd om hem de genadestoot toe te dienen.

X           : Je raaskalt. Wat bedoel je toch met minder reizen naar het oosten om in China te komen? Word toch eens concreet man! Wanneer zou je dan volgens jou in China zijn?

Ik            : Als je naar het oosten reist en je bereikt het punt waar je de eerste Koelies in de Ganges ziet kakken, dan weet je : ik ben in het Grote Chinese Rijk.


BINGO!!!


Die kwam aan. De stoom kwam uit zijn oren. Ondanks zijn beperkte capaciteit had hij inmiddels wel door dat hij in de maling was genomen. Hij draaide zich om, liep weg en liet mij met een gelukzalige glimlach achter.  Mijn rol als nar had goed uitgepakt.

 De mobiel

Uiteraard is de mobiel het terrein bij uitstek om een narrenstreek op los te laten. Veel mensen willen met mij praten. Dat is niet bijzonder, want ik ben immers een interessante persoonlijkheid. Ik weet veel te vertellen, ben belezen en bezit een flinke dosis humor. De mensen kleven aan me als ducktape.
Via via had ik een stel uit de provincie ontmoet. Ze zouden binnenkort Rotterdam bezoeken en vroegen of ik zin had in de middag ergens wat te drinken. Ik had er uiteraard weinig smul in, maar liet me toch van mijn beste kant zien en aanvaardde hun aanbod. Ik had me gedegen voorbereid en middels een uitgekiende strategie van indoctrinatie waren ze inmiddels op de hoogte van het feit dat ik de mobiel verafschuw en mensen die hun mobiel tijdens ontmoetingen op tafel leggen tot paria bestempel. Onze ontmoetingsplaats werd een proeflokaal met een zeer uitgebreide bierkaart.

Steevast ben ik te vroeg op een afspraak zodat ik nog even in alle rust van mezelf kan genieten zonder gekakel om me heen. Na een kwartiertje kwamen ze binnen. Zij gaf me een slap handje terwijl haar zaaddodende blik op me rustte. Ik kreeg een wegtrekker, maar wist me wonderbaarlijk snel te herstellen. Zijn handdruk was - zoals je kon verwachten -  stevig  en zijn begroeting joviaal.

Drink je chocomel ? ‘ vroeg hij, terwijl hij naar mijn glas wees.

Nee ‘ zei ik. ‘ Russian Imperial Stout van elf procenten ’.

Russian wat? ’ vroeg hij.

Russian Imperial Stout. Een bovengistend zwaar, zeer donker bier waarbij tonen van gebrande zwarte mout, koffie en bittere chocolade te herkennen zijn. Het hoge alcoholpercentage laat een warm gevoel achter in de mondholte . De Russian Imperial Stout was zeer populair aan het Russische Hof en is zeer goed te combineren met pure chocolade ‘ gaf ik hem een lesje.

Ok ok ‘ mompelde hij en keek me verdwaasd aan. ‘

Ze gaven hun bestelling op. Zij ging voor ‘een lekker zoet wit wijntje’ en hij koos voor de onvermijdelijke IPA. De IPA, ook zo’n fenomeen dat me verbaast.  Een stevige vent met een baard in een houthakkersshirt achter de bbq met een glas stevig gehopte IPA in zijn knuist. Het is de laatste twee jaar niet van de beeldbuis weg te denken. Knapen die voorheen een stronkje witlof niet binnen konden houden vanwege de ‘ bitterheid ‘ tikken nu glazen dubbel gehopte IPA achterover. Maar wat maakt het uit? Zo drink je al heel je leven mierzoete Kriek, een dag later drink je al heel je leven IPA’s. Als je er maar bij hoort, er onderdeel van bent. Daar draait het toch allemaal om.
Dit even terzijde.

Ik had wat huiswerk gedaan. Ik wist dat ze me niet wilden teleurstellen en dus hun mobiel niet op de tafel zouden leggen. Dat hij zijn mobiel wel bij zich had was wel duidelijk, tenzij hij extreem fors geschapen was. Ik had zijn nummer en had iemand opdracht gegeven vanuit een anoniem nummer hem af en toe te bellen. De gesprekken gingen inmiddels werkelijk nergens over. Huizen, klussen, auto’s en banen. Het ging het ene oor bij me in en het andere oor weer uit. Ik verlangde hevig naar de ‘ anonieme beller. ’ Mijn geduld werd beloond en ik hoorde een trillend geluidje, het geluidje van een mobiel waarvan de beltoon op zo goed als stil was gezet. Hij vertrok geen spier, maar ik zag zijn hoofd lichtjes verkleuren en zijn linkerslaap trillen. Ik ratelde door alsof er niks aan de hand was en ik me nergens van bewust was. De mobiel hield na tien tot vijftien seconden op met trillen en dit proces herhaalde zich het komende kwartiertje een keer of tien. Uit alle macht moest ik mijn tenen kromtrekken in mijn schoenen om niet in lachen uit te barsten. De paniek bij het stel werd groter en groter en ze wierpen elkaar af en toe een verontruste blik toe. Iemand die zo vaak belt, dat moest toch wel belangrijk zijn. Ik besloot er een schepje bovenop te doen en zei :
Ik heb op de een of andere manier de laatste tijd last van mijn oren. Zo nu en dan hoor ik van die trillende geluidjes. Ik heb er nu weer last van. Het baart me een beetje zorgen. Ik hoop niet dat ik doofie doofie word.
De mobiel begon weer te trillen en zijn hoofd glom van het zweet.
Nu hoor ik het weer! ‘brulde ik uit. ‘ Ik ga maandag meteen naar de dokter ’.
Ik staarde hem aan en vroeg : ‘ Ben je niet helemaal lekker? Je zweet zo.’
Inderdaad ‘ zei hij  terwijl hij zijn IPA naar me toe schoof.
Gisteren blijkbaar iets gegeten wat niet goed gevallen is. Het spijt me, het is zo gezellig, maar we moeten naar huis vanwege mijn ziekte.
Uiteraard ’ zei ik. ‘Als je ziek bent kun je beter naar huis gaan. Doen we het een andere keer gewoon over. ‘
We namen ‘hartstochtelijk’ afscheid met de belofte elkaar in de toekomst te ontmoeten.

Ze liepen weg en ik besloot ze onopvallend te volgen. Een paar honderd meter verder, op een plek waar ze dachten dat ze uit het zicht waren, rees mijn geluksmeter naar ongekende hoogte.
Hij haalde zijn mobiel uit zijn broekzak en met verhitte hoofden keken ze allebei in het scherm. Tien telefoontjes van een onbekende beller. Het zou hen vermoedelijk de rest van de dag in beslag nemen.

De vrije markt


Er lag een folder in mijn bus voor een bijeenkomst waar gebabbeld zou worden over de vrije markt. Het had een hoog VVD-gehalte en de strekking was dat iedere vorm van inmenging in zaken aangaande kapitaalbewegingen bestreden moest worden. Geen instantie of overheid mocht jou in de weg zitten als jij tot besluit was gekomen de weg van de overconsumptie te gaan bewandelen.
Deelde jij dezelfde mening, dan was je van harte welkom op hun bijeenkomst. Ik las de folder en wreef in mijn handen. Ik had er veel zin in om deze inferieure kapitalisten een bezoekje te brengen.

Mijn komst mocht niet onopgemerkt blijven dus besloot ik mijn garderobe en looks enigszins aan te passen. Op de betreffende avond hees ik me in een broek die veel gelijkenis vertoont met de broek van The dude in The Big Lebowski. Daarboven droeg ik een Winnetou-achtig hemd met franjes. Mijn al vier dagen niet gewassen blote voeten vlijde ik neer in een paar afgetrapte sandalen. Bij de feestwinkel had ik een pruik in de vorm van blanke dreadlocks gekocht. Om mijn nek hing een Palestijnse Shawl. The finishing touch bestond uit een plakplaatje van een Hamer en Sikkel die ik op mijn voorhoofd gedrukt had. Een echte tattoo had er niet beter uitgezien. Zaak was wel niet teveel te gaan zweten zodat de boel zou gaan vlekken.

Bij het zaaltje werd ik ‘ welkom geheten ‘ geheten door een gast met drie namen. De namen was ik binnen een nanoseconde vergeten, de gast niet. Ik schatte hem een jaar of dertig. Hij droeg bruine puntschoentjes onder een felrode broek. Een ocean blue coloured overhemd hing nonchalant over zijn broek. Om zijn schouders hing een smetteloos witte sweater.. Zijn kapsel zat in een stevige scheiding en een overmaatse zonnebril hing in zijn watergolf.
Ik begrijp best dat iedereen anders is, we kunnen niet allemaal hetzelfde zijn. Toch kon ik niet de gedachte van me afzetten dat ook dit stuk nageboorte op zijn vijftiende naakt met zijn leuter in de hand voor een spiegel moeten hebben gestaan en zichzelf hebben toegeschreeuwd : ‘ Jij gaat de wereld veroveren! ‘

Wat hebben we daar??? ‘ riep hij me lachend toe.
Dagobert Duck! ‘ antwoordde ik enthousiast en liet dit volgen door een zo goed als perfecte imitatie  van een Rosse fluiteend.
Dit was de entree die ik me wenste. Zo’n leuke jongen, dat had ik nooit gedacht, zelfs niet in mijn stoutste dromen.
Hij begon nu echt grappig te worden en begon toespelingen te maken op mijn garderobe, als ware ik een boertje uit de provincie. Het wijf had nog niet begrepen dat ik deze stad leef en adem. Jezelf als importproduct wekelijks laten uitwonen in een Dark Room wil nog niet zeggen dat je de ziel van de stad begrijpt, laat staan te pakken hebt. Dat vertelde ik hem ook en raakte daarbij blijkbaar een gevoelige snaar.
Wil jij beweren dat ik een homo ben?! ‘ brieste hij.
 Ach homo is meteen weer zo’n groot woord’ zei ik, ‘ laten we het op hoog sensitief houden.

Zowel hij als ik reageerden fysiek voorspelbaar en enkele seconden later hoorde ik een hele rits tanden op het dekweg kletteren. Het echode prachtig langs de gevels van de laatste overgebleven achttiende - eeuwse patriciërswoningen aan de zuidzijde van het Haringvliet welke een glorieus verleden weerspiegelen van de oude koopmansstad aan de binnenhavens.
Het was tijd om naar binnen te gaan. Ik keek nog een keer om naar mijn vriend die gestrekt al bloedbellen blazend voorgoed afscheid aan het nemen was van zijn ontbijt van zelfgebakken stokbrood. Havermout zou zijn voorland worden.

Het was verdomd warm en drukkend binnen. De Palestijnse Shawl en de pruik joegen de hittegolven door mijn lijf. Volgens de bijsluiter was mijn tattoo vochtbestendig. De Hamer en Sikkel zouden nog wel even op mijn voorhoofd blijven zitten. Het leek wel of ik in een fabriek van Joseph Mengele was beland. Een ieder zag er eender uit. Jort Kelder-achtige types met sexloze vrouwen aan hun arm. De dixieland die door het bandje werd gespeeld klonk valser dan vals. Het werd hoog tijd om in te grijpen.
Ik vouwde een trechter van mijn handen en blies enige levenswijsheden de ether in.

Goedenavond Kameraden! Beste Kameraden, een hele goede avond! Wat te doen? Vanavond ben ik uw gastspreker. ‘

Ongeveer driehonderd paar valse ogen keken me na terwijl ik richting het podium kuierde. Onderweg moest ik enkele knietjes uitdelen aan de enkeling die me probeerde te stoppen. Op het podium keek ik naar een zaal vol ongelovige blikken.

Welkom kameraden, welkom. We zijn hier bijeen om de glorieuze revolutie van 1917 te herdenken. Aan alle mensen die zeggen dat de idealen niet meer leven zeg ik :  ‘Kijk om u heen. ‘ De revolutie leeft als nooit tevoren. ‘

Ik had zeer goed voorwerk gedaan. Hierdoor wist ik dat ze met een grote projector zouden gaan werken en had zodoende van huis enkele platen meegenomen.  Lenin en consorten werden in vol oornaat getoond. Ondertussen had ik een paar rode vlaggen opgehangen en deed alsof ik alles en iedereen filmde met een nepcamera.

Ik heb een verrassing voor u. We staan in verbinding met een livestream en we zijn volop live te bewonderen. De gastenlijst wordt nu vertoond op internet. We hoeven ons niet meer te verstoppen, iedereen weet nu wie we zijn en wat we denken.

Leve het proletariaat!
Weg met het Kapitalisme!
Lang leve de Staat!

Een ongekende paniek brak er uit onder de meute. Iedereen rolde over elkaar heen met de handen voor het gezicht in de hoop niet herkend te worden. De nooduitgangen werden opengebroken en in een mum van tijd stond ik naar een lege zaal te staren.
Het feestje was voorbij, het was tijd om te gaan. Buiten zag ik voor de deur mijn vriend liggen die nog steeds bloedbellen aan het blazen was.
Vat het niet al te persoonlijk op ‘, zei ik. ‘Het was voor je eigen bestwil.
Het was frisjes buiten en ik schoof de pruik om zijn hoofd en drapeerde de Palestijnse Shawl om zijn nek. De politie arriveerde en ik hoorde een van de buren zeggen : ‘ Die fascisten hebben die hippie helemaal in elkaar gerost. Schandalig! Kijk, hij blaast gewoon bloedbellen. Jullie moeten die tent sluiten. ‘

Ik liep weg van de oude patriciërswoningen en dook in het donker die geweldige stad van glas en staal in.

Foto : Raymond Swaep

Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o