Doorgaan naar hoofdcontent

Stadswandeling

 


Lieve lezers.

De wereld is mijn vriend en de bewoners van onze planeet zijn mijn vrienden. Er zijn ontzettende veel inspirerende plekken op onze aardbol en wat is het een genot om daar te mogen zijn. Golvende kustlijnen, sappige weiden, donkere bossen, uitgestrekte vlaktes, imponerende gebergtes, je kunt het zo gek niet bedenken. Al die vrienden die op onze aardbol wonen leven in bloeiende gemeenschappen in cosmopolitische steden en verstilde dorpjes. Wat is het toch fijn om deze mensen te bezoeken in hun eigen biotoop. Met open armen ontvangen de prachtige, liefhebbende locals ons en verrijken ons met indrukwekkende verhalen over hun leefgemeenschappen. Ze verwijzen ons naar de hipste koffiebarretjes waar erotiserende barista’s een dark roast koffie met opgeklopte havermelk voor ons bereiden. Dezelfde barista’s tippen het nieuwste museum waar schilderijen hangen van moderne schilders die het trekken van lijntjes, het zetten van puntjes en het schilderen van vlekken tot in de perfectie hebben uitgevoerd. Zoveel moois mensen, maar ook zo aan de andere kant van de wereld. In deze moderne tijden zijn we een beetje vergeten dat schoonheid al om de hoek aanwezig is. Het kan toch niet zo zijn dat je in New York blind naar 42nd street loopt en je verdwaalt als je op zoek bent naar de Coolsingel. Daarom beste mensen wil ik u met dit schrijven motiveren om de schoonheid ook eens dichterbij te zoeken. Maak een stadswandeling in de stad, het stadje of dorpje waar u woont en geniet van de schoonheid door welke u dagelijks wordt omringd. Ik heb dit recent ook gedaan en om goed in de sfeer te komen ben ik eerst even naar de smartshop gegaan en heb daar een flinke mand paddo’s gekocht. Thuis heb ik hiervan een pot straffe thee gezet en de boel in zijn geheel opgedronken. Hierna ben ik de baan op gegaan. Bij deze vindt u mijn verslag van de stadswandeling.

 

Ha, daar was ik even aan toe, een flinke pot thee. Ik voel me op en top en het wordt tijd voor de stadswandeling. Man, man wat voel ik me goed! Wat een energie en scherpte heb ik! Op naar de Bergweg in een lange sprint en daar pak ik een koets richting het centrum.

Kijk, daar komt al een koets aan. Koetsier!!! Koetsier!!!

`Waar wilt u heen?`

`Doet u maar het centrum beste man en dan daar waar je boven aan de stadswallen over de zwarte rivier kijkt.`

`Naar het centrum wilt u dus`.

`Ja. Dat zeg ik toch?`

Wat een rare kwiebus die koetsier en wat ziet die koets er van binnen vreemd uit.

`Gaan we wel goed koetsier? Wat zit je nu steeds met je handen aan dat wiel te draaien? Hup, weg met die handen!`

`Afblijven idioot!!! Dat is levensgevaarlijk wat je doet. Uit mijn wagen!!! Nu!!!`

`Wat een brutale hond. Ik zal hem eens aan zijn oor uit de koets slepen en in een struik gooien. Hoe waagt ie het zo tegen mij te praten.

`Lig je daar lekker stuk verdriet?`

Ik werp nog even een blik op de koets. Een vreemd ding en wat betekenen die letters RTC in vredesnaam? Vanuit mijn ooghoeken zie ik iemand aandachtig naar me kijken. Potverdikkie, het is een bromsnor. Ik heb blijkbaar de aandacht getrokken. Hij praat in een walkie talkie volgens mij. Ik moet hier rap vandaan, voor je het weet gooit die fascist je in een petelineaire inrichting. Gelukkig, daar zijn de stadswallen al. Waarom met een koets gaan als ik ook kan sprinten?  Wat een geklauter op die muur zeg, maar nu ik hier boven sta en over de bevroren rivier kijk is het genieten geblazen. Wat is dat daar op Zuid? Stofwolken die opstijgen boven de oever? De geluiden van klepperende paardenhoeven, briesende Przewalski’s, ratelende wielen van piepende karren, het gehuil van wolven in het achterland, stomende samowars en kreten vanuit krijgszuchtige kelen waaien me over het zwarte ijs tegemoet. Mijn verrekijker stuurt het verdwijnpunt richting de meute. De schrik slaat me nu verdomme om het hart. Nee!!! Bossu en zijn Spaanse furie!!! Swart Jan!!! Swart Jan!!! Waar is de smid in hemelsnaam als je hem nodig hebt? Alva!!! Hertog van Alva!!! Fernando Alvarez de Toledo, jij Hellehond!!! Jij Paaps monster!!! Het zal je berouwen. Vertel Filips maar dat ie de tiende penning in zijn Spaanse reet kan steken!!! 

Pek! Pek! Pek! Ik heb hete pek nodig voor als ze de muren gaan beklimmen. Dan gooi ik de hete pek over hun tronies zodat hun huid smelt. Waar??? Waar??? Waar kan ik het kopen? Bij Ter Meulen natuurlijk. 

`Kan ik u helpen?` 

`Ja! Ik wil zes tonnen hete pek.` 

`De pek is helaas uitverkocht.` 

Nee! Dat kan niet!!! Bossu staat op het punt de stad uit te moorden Wat moet ik nu doen ongelukkige?` 

`Probeert u het eens bij V&D.`

`V&D! Briljant beste man.` 

Gelukkig is V&D in de buurt. Even de Coolvest overvaren en dan ben ik er al.

`Hallo V&D beambte. Zes tonnen gloeiend hete pek graag.` Wat een service mensen, wat een service bij V&D. Ze lenen me zelfs een kar. Alvorens ik de pek over de Spanjolen giet wil ik de boel nog even checken door mijn kijker. De meute komt dichterbij en ik kijk het gepeupel zo in de ogen. Maar dat is vreemd. Wacht!!! Wacht!!! Dit is Bossu en zijn furie niet. Die lange gestaltes, die blauwe ogen, dat lichte haar. Dit zijn geen Spanjaarden, dit is Slavisch volk. Wat heb ik nu weer aan mijn klomp hangen?  

`Poortwachter! Poortwachter,!` hoor ik volgens mij hun leider naar me roepen.

‘Verwelkom ons. Wij komen hier voor het feest van de maagd van Kazan.`  

`Het feest van de wat?`

`HET FEEST VAN DE MAAGD VAN KAZAN!!!.`

`Dan zit je hier helemaal verkeerd man.` Maak rechtsomkeer en vaar of glij 3381,8 kilometer oostwaarts en je bent in Kazan. De groeten aan de maagd!`

`Wat ben je in vredesnaam aan het doen?`

Wat is dit nu weer? Wat moet die malloot met dat matrozenpakje aan van me? Wat betekent in vredesnaam het woord Spido?

‘Je hebt zes emmers water over me heen gegooid idioot.`

Waar heeft die droeftoeter het in vredesnaam over? Ben ik nu werkelijk de enige normale hier?Potverdikkie. Daar heb je bromsnor weer. Kijk hem naar me wijzen. Wat een toestanden, wat een toestanden. Het wordt tijd dat ik weer verder ga. Richting de Euromast bijvoorbeeld. Ik zie ‘m al staan in de verte. De Euromast op Zuid! 

Man, man. Wat een sprint was dat. Was het maar bij die sprint gebleven. Waarom hebben ze nooit een  brug gebouwd over de rivier? Nu heb ik dat hele stuk naar Zuid door de rivier moeten zwemmen. Gelukkig zie ik in de verte de Euromast al. Nog vier kilometer richting de Waalhaven. Jeetje, wat is de Euromast hoog. Niemand te zien hier. Blijkbaar ben ik de enige toerist. Herstel! Herstel! Ik ben een local!

`Hallo!!! Doe eens open!!! Ik maak een stadswandeling en wil naar boven.`

Geen teken van leven hier. Wat is dat voor gedoe?

`Wat staat u hier te gillen mijnheer?`

Verdomme. Weer een bromsnor. Wel een andere dit keer.

`Ik wil de Euromast op bromsnor, maar ze doen niet open.`

`Ten eerste ben ik geen bromsnor, ten tweede is dit de Euromast niet maar de Telecomtoren Waalhaven en ten derde gaat u mee naar het bureau. U heeft al voor veel onrust in de stad gezorgd vandaag.

`Kijk bromsnor kijk!`

`Euh wat?`

`Daar! Daar! Daar loopt ie, de Nosferatu.`

`Waar dan?`

`In de Waalhaven.`

Plons……………………………………..

Oei. Hij zal wel nat zijn nu die bromsnor. Wegwezen!

Wat zijn dat nu weer voor geluiden? Helicopters, vliegtuigen. Yes!!! Yes!!! Het is begonnen. Het offensief van de geallieerden! Ik ga nu als een wervelwind naar de Maastunnel. De Maastunnel, een wonder der techniek en notabene afgebouwd in de oorlog waar we nu in zijn verwikkeld. Als ze onderweg om mijn Ausweiss vragen doe ik net of ik doofstom ben. Mij krijgen ze niet te pakken. Daar is de tunnel al. Dat kleine tunnelbuisje waar alle voetgangers en fietsers doorheen gaan laat ik dus mooi links liggen. Dat is nu precies de valkuil die die fokking Krauts voor ons hebben gemaakt. Op dus naar de grote tunnelbuis. Allejezus wat een drukte. Wat een geschreeuw en getoeter. Wat maken al die mensen zich toch druk om me. Ik zal ze eens toeschreeuwen.

`Jullie gaan de verkeerde kant op! Zuid is nog niet bevrijd, Noord wel!`

Wat zijn dat voor lichten die op me schijnen? Wat krijgen we nou? Wel veertig bromsnorren die naar me toe komen rennen. Wegwezen! Shit ze halen me in. Au, dat doet pijn. Waarom drukken ze die doek op mijn gezicht? Man, wat word ik misselijk,………… en draaierig in mijn hoofd……………………en slaperig……..…

Mijn God. Waar ben ik? Hoe lang heb ik geslapen? Wat is dit voor kamer? Helemaal wit en leeg, niks aan de muur. Ik heb jeuk aan mijn neus, even krabben. Wat is dit nu weer? Mijn handen zitten op mijn rug. Ze hebben me een jas achterstevoren aangetrokken en mijn armen zitten vast. Daar komt iemand aan, het lijkt wel een dokter.

`Hier mijnheer. Neemt u deze pilletjes maar in.`

Hij heeft een bordje op zijn jas.  Even kijken wat erop staat.

 Psychiatrische kliniek – Afdeling zware gevallen.

 

 

Foto : Raymond Swaep


Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o