Ha, daar was ik even aan toe, een
flinke pot thee. Ik voel me op en top en het wordt tijd voor de stadswandeling.
Man, man wat voel ik me goed! Wat een energie en scherpte heb ik! Op naar de
Bergweg in een lange sprint en daar pak ik een koets richting het centrum.
Kijk, daar komt al een koets aan.
Koetsier!!! Koetsier!!!
`Waar wilt u heen?`
`Doet u maar het centrum beste man
en dan daar waar je boven aan de stadswallen over de zwarte rivier kijkt.`
`Naar het centrum wilt u dus`.
`Ja. Dat zeg ik toch?`
Wat een rare kwiebus die koetsier
en wat ziet die koets er van binnen vreemd uit.
`Gaan we wel goed koetsier? Wat
zit je nu steeds met je handen aan dat wiel te draaien? Hup, weg met die
handen!`
`Afblijven idioot!!! Dat is
levensgevaarlijk wat je doet. Uit mijn wagen!!! Nu!!!`
`Wat een brutale hond. Ik zal hem eens
aan zijn oor uit de koets slepen en in een struik gooien. Hoe waagt ie het zo
tegen mij te praten.
`Lig je daar lekker stuk verdriet?`
Ik werp nog even een blik op de koets. Een vreemd ding en wat betekenen die letters RTC in vredesnaam? Vanuit mijn ooghoeken zie ik iemand aandachtig naar me kijken. Potverdikkie, het is een bromsnor. Ik heb blijkbaar de aandacht getrokken. Hij praat in een walkie talkie volgens mij. Ik moet hier rap vandaan, voor je het weet gooit die fascist je in een petelineaire inrichting. Gelukkig, daar zijn de stadswallen al. Waarom met een koets gaan als ik ook kan sprinten? Wat een geklauter op die muur zeg, maar nu ik hier boven sta en over de bevroren rivier kijk is het genieten geblazen. Wat is dat daar op Zuid? Stofwolken die opstijgen boven de oever? De geluiden van klepperende paardenhoeven, briesende Przewalski’s, ratelende wielen van piepende karren, het gehuil van wolven in het achterland, stomende samowars en kreten vanuit krijgszuchtige kelen waaien me over het zwarte ijs tegemoet. Mijn verrekijker stuurt het verdwijnpunt richting de meute. De schrik slaat me nu verdomme om het hart. Nee!!! Bossu en zijn Spaanse furie!!! Swart Jan!!! Swart Jan!!! Waar is de smid in hemelsnaam als je hem nodig hebt? Alva!!! Hertog van Alva!!! Fernando Alvarez de Toledo, jij Hellehond!!! Jij Paaps monster!!! Het zal je berouwen. Vertel Filips maar dat ie de tiende penning in zijn Spaanse reet kan steken!!!
Pek! Pek! Pek! Ik heb hete pek nodig voor als ze de muren gaan beklimmen. Dan gooi ik de hete pek over hun tronies zodat hun huid smelt. Waar??? Waar??? Waar kan ik het kopen? Bij Ter Meulen natuurlijk.
`Kan
ik u helpen?`
`Ja!
Ik wil zes tonnen hete pek.`
`De
pek is helaas uitverkocht.`
Nee!
Dat kan niet!!! Bossu staat op het punt de stad uit te moorden Wat moet ik nu
doen ongelukkige?`
`Probeert
u het eens bij V&D.`
`V&D!
Briljant beste man.`
Gelukkig is V&D in de buurt. Even de Coolvest overvaren en dan ben ik er al.
`Hallo V&D beambte. Zes tonnen gloeiend hete pek graag.` Wat een service mensen, wat een service bij V&D. Ze lenen me zelfs een kar. Alvorens ik de pek over de Spanjolen giet wil ik de boel nog even checken door mijn kijker. De meute komt dichterbij en ik kijk het gepeupel zo in de ogen. Maar dat is vreemd. Wacht!!! Wacht!!! Dit is Bossu en zijn furie niet. Die lange gestaltes, die blauwe ogen, dat lichte haar. Dit zijn geen Spanjaarden, dit is Slavisch volk. Wat heb ik nu weer aan mijn klomp hangen?
`Poortwachter!
Poortwachter,!` hoor ik volgens mij hun leider naar me roepen.
‘Verwelkom
ons. Wij komen hier voor het feest van de maagd van Kazan.`
`Het
feest van de wat?`
`HET
FEEST VAN DE MAAGD VAN KAZAN!!!.`
`Dan
zit je hier helemaal verkeerd man.` Maak rechtsomkeer en vaar of glij 3381,8
kilometer oostwaarts en je bent in Kazan. De groeten aan de maagd!`
`Wat
ben je in vredesnaam aan het doen?`
Wat
is dit nu weer? Wat moet die malloot met dat matrozenpakje aan van me? Wat
betekent in vredesnaam het woord Spido?
‘Je
hebt zes emmers water over me heen gegooid idioot.`
Waar heeft die droeftoeter het in vredesnaam over? Ben ik nu werkelijk de enige normale hier?Potverdikkie. Daar heb je bromsnor weer. Kijk hem naar me wijzen. Wat een toestanden, wat een toestanden. Het wordt tijd dat ik weer verder ga. Richting de Euromast bijvoorbeeld. Ik zie ‘m al staan in de verte. De Euromast op Zuid!
Man, man. Wat een sprint was dat. Was het maar bij die sprint gebleven. Waarom hebben ze nooit een brug gebouwd over de rivier? Nu heb ik dat hele stuk naar Zuid door de rivier moeten zwemmen. Gelukkig zie ik in de verte de Euromast al. Nog vier kilometer richting de Waalhaven. Jeetje, wat is de Euromast hoog. Niemand te zien hier. Blijkbaar ben ik de enige toerist. Herstel! Herstel! Ik ben een local!
`Hallo!!!
Doe eens open!!! Ik maak een stadswandeling en wil naar boven.`
Geen
teken van leven hier. Wat is dat voor gedoe?
`Wat
staat u hier te gillen mijnheer?`
Verdomme.
Weer een bromsnor. Wel een andere dit keer.
`Ik
wil de Euromast op bromsnor, maar ze doen niet open.`
`Ten
eerste ben ik geen bromsnor, ten tweede is dit de Euromast niet maar de
Telecomtoren Waalhaven en ten derde gaat u mee naar het bureau. U heeft al voor
veel onrust in de stad gezorgd vandaag.
`Kijk
bromsnor kijk!`
`Euh
wat?`
`Daar!
Daar! Daar loopt ie, de Nosferatu.`
`Waar
dan?`
`In
de Waalhaven.`
Plons……………………………………..
Oei. Hij zal wel nat zijn nu die bromsnor. Wegwezen!
Wat zijn dat nu weer voor geluiden? Helicopters, vliegtuigen. Yes!!! Yes!!! Het is begonnen. Het offensief van de geallieerden! Ik ga nu als een wervelwind naar de Maastunnel. De Maastunnel, een wonder der techniek en notabene afgebouwd in de oorlog waar we nu in zijn verwikkeld. Als ze onderweg om mijn Ausweiss vragen doe ik net of ik doofstom ben. Mij krijgen ze niet te pakken. Daar is de tunnel al. Dat kleine tunnelbuisje waar alle voetgangers en fietsers doorheen gaan laat ik dus mooi links liggen. Dat is nu precies de valkuil die die fokking Krauts voor ons hebben gemaakt. Op dus naar de grote tunnelbuis. Allejezus wat een drukte. Wat een geschreeuw en getoeter. Wat maken al die mensen zich toch druk om me. Ik zal ze eens toeschreeuwen.
`Jullie
gaan de verkeerde kant op! Zuid is nog niet bevrijd, Noord wel!`
Wat
zijn dat voor lichten die op me schijnen? Wat krijgen we nou? Wel veertig
bromsnorren die naar me toe komen rennen. Wegwezen! Shit ze halen me in. Au,
dat doet pijn. Waarom drukken ze die doek op mijn gezicht? Man, wat word ik
misselijk,………… en draaierig in mijn hoofd……………………en slaperig……..…
Mijn God. Waar ben ik? Hoe lang heb ik geslapen? Wat is dit voor kamer? Helemaal wit en leeg, niks aan de muur. Ik heb jeuk aan mijn neus, even krabben. Wat is dit nu weer? Mijn handen zitten op mijn rug. Ze hebben me een jas achterstevoren aangetrokken en mijn armen zitten vast. Daar komt iemand aan, het lijkt wel een dokter.
`Hier
mijnheer. Neemt u deze pilletjes maar in.`
Hij heeft een bordje op zijn jas. Even kijken wat erop staat.
Psychiatrische kliniek – Afdeling
zware gevallen.
Foto
: Raymond Swaep
Reacties
Een reactie posten