Doorgaan naar hoofdcontent

Eufemismen en metaforen



  



Een eufemisme is een stijlfiguur waarmee op verzachtende of verhullende wijze iets wordt beschreven wat een harde, confronterende of negatieve betekenis heeft. De harde kanten worden door het eufemisme verzacht. Het eufemisme leent zich ook prima om taboes politiek correct of minder beladen weer te geven, of om de kwaliteit van iets op te hemelen.
Voorbeelden van eufemismen zijn hemelen voor sterven, iemand een behandeling geven voor iemand ongenadig in elkaar rossen, verticaal achtergestelde voor een dwerg of die Endlösung voor de Jodenvervolging. Ook woorden als reorganisatie, voor sanering, woordenwisseling voor conflict of kindervriend voor pedofiel zijn duidelijke eufemismen.
Eufemismen worden vaak verward met metaforen. Een metafoor is een beeldspraak waarbij sprake is van een  vergelijking. Een bekende metafoor is voetbal is oorlog. Andere voorbeelden zijn het bedrijf is een zinkend schip voor een bedrijf dat ter ziele gaat, of een bruine trui breien voor een onvervalste schijtpartij. Het verschil zit in het feit dat een eufemisme een verzachtende omschrijving geeft terwijl er bij een metafoor sprake is van een vergelijking.


VOEDSEL

Een terrein waar je en masse eufemismen op los kan laten is voedsel. Frank Lammers zei ooit in de film Wilde Mossels : ‘bier blijft bier, da’s het mooie daarvan.’ Een prachtige spreuk, die echter volkomen los van de termen eufemisme en metafoor staat. Een eufemisme die regelmatig wordt gebruikt in de culinaire wereld is ‘op ambachtelijke wijze bereid’. Hier kun je natuurlijk veel kanten mee op. Het met je exzeem handjes kneden van deeg voor brood klinkt niet al te eetlustopwekkend. Wordt het deeg echter op dezelfde manier bereid  met het etiket 'op traditionele, ambachtelijke wijze bereid ', dan loopt bij veel mensen het water in de mond. Dat het dezelfde exzeem handjes en pusvocht zijn die het deeg smeuïg maken komt niet bij de mensen op.

Ik moest laatst denken aan een bijeenkomst  die ik vele jaren geleden met ex-collega’s had. Na een lange dag op een beurs te hebben gestaan  werden we getrakteerd op een ‘ verrassend origineel Aziatisch buffet’. Het buffet was inderdaad verrassend origineel, echter niet op de wijze zoals we gehoopt hadden. Ik was daar met o.a. mijn ex-collega de dude. De dude is een gourmand en dan vooral op het terrein van de Franse keuken. De dude komt alleen zijn bed uit voor een klassieke Bourgogne, perfect gegratineerde escargots, een botermalse sole à la meunière, lamskoteletten met rozemarijn aardappeltjes uit de oven, een hertenbiefstukje met portsaus en een vers gemaakt abrikozentaartje begeleid door een glas Lustau PX om maar wat te noemen. De dude is niet zo dol op de Aziatische keuken waar volgens hem het overvloedig gebruiken van kruiden bedoeld is om de wansmaak te maskeren. Na wat minder geslaagde ervaringen met het concept ‘all you can eat’ heeft hij de formule omgedoopt tot ‘all you can puke’.
Affijn, we stonden in de rij voor het voer. Het ging inmiddels financieel al wat minder met het bedrijf wat weerspiegeld werd in de staat van het buffet. Er was flink op de kosten beknibbeld met als resultaat een buffet dat ver beyond ‘all you can puke’ ging.
We staarden naar roestige bakken waarin het voedsel met theelichtjes op temperatuur gehouden werd. Een diarree-achtige substantie waarin een soort van harige bollen dreven keek ons aan. De volkomen aan gort gekookte bami zat als lang springtouw in de knel. De rijst was alleen als een soort van tennisbal op te scheppen, zo geklonterd was deze. Het hele kruidenarsenaal was over het voedsel gestrooid zodat men kuchend, rochelend en kwijlend langs de bakken liep. De kroepoek voelde aan als steen en de vastgekoekte satésaus smaakte naar teer. Ik boerde gal op en een ferme keelscheet ontsnapte langs mijn huig. Ik keek naar de dude, hij moest zijn eerste hap nog nemen. De dude trok wit weg, richtte zich naar boven tot het Opperwezen en slikte dapper de substantie weg.

Hier was dus duidelijke sprake van een eufemisme. Het buffet was inderdaad verrassend en origineel slecht. In plaats van excuise Aziatische hapjes kregen we een buffet voorgeschoteld van in sojasaus verzopen Bonzo brokken. Het eufemisme werd hier gebruikt om de harde realiteit te verdoezelen, te verzachten.


URBAN EXPERIENCE


Een pracht van een eufemisme is de term urban experience. De term straalt een en al energie, jeugdig elan en cosmopolitisme uit. De term urban experience is echter niks meer dan een paar lekker bekkende kreten voor een zwaar overschat feestje in een verlaten loods ergens in de stad. Ik heb weinig met dit soort feestjes, maar ben er een keer geweest om het met eigen ogen te kunnen aanschouwen. De folder was aanlokkelijk, hippe mensen, geweldige muziek en een onaardse vibe zouden je deelgenoot worden. Ik toog op mijn derderangs stadsfietsje naar een loods ergens bij de Merwehaven in het westen van Rotterdam. Bij de ingang was het een komen en gaan van shiny happy people. De gebruikelijke heikneuters die je overdag lastigvallen met hun gezonde eetpatroon liepen nu rond met ogen als schoteltjes en dikke pupillen. Dat dit niet was veroorzaakt door een overdadige consumptie van blauwe bosbessen mag duidelijk zijn. Eenmaal binnen werd ik ‘verrast’ door een old skool lichtshow en de gebruikelijke handjes in de lucht. Wat dit met urban experience te maken had was mij een groot raadsel, zo kneuterig en voorspelbaar als het overkwam. Ik zag adolescenten, die mijn kind konden zijn, als vlindertjes ronddartelen op dertig in een dozijn muziek. Waar was de tijd gebleven dat je met vijf liter bier in je mik al pogoënd de zaal rondsprong op muziek van The Pixies?

Ik had het wel gezien maar bleef nog even wachten omdat een vlindertje, al dan niet opzettelijk, twee keer op mijn tenen was gaan staan. Wat ik hoopte gebeurde, het knulletje belandde voor de derde keer op mijn tenen. Ik kan nu een leuk bruggetje maken naar het eufemisme ‘een behandeling geven’. Ik trok het ventje aan zijn hipsterbaard naar een hoek en roste hem ongenadig in elkaar. Het was overduidelijk dat urban experience niet was wat het suggereerde te zijn.


NIET LEKKER IN JE VEL ZITTEN


Dit is ook zo’n pracht van een eufemisme die je vaak hoort. Het doet vermoeden dat het gaat om iemand die eventjes niet helemaal in balans is. Vaak zijn de mensen echter die ‘niet lekker in hun vel zitten’ knettergek al dan niet volkomen gestoord.

Ik doe altijd mijn boodschappen bij dezelfde grutter. Al jaren staat daar van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat een nogal verfomfaaide man voor de deur. Hij rolt zijn sjekkie, drinkt zijn blik bier en foetert vooral mensen uit. De meeste mensen kennen hem en gedogen zijn gedrag, maken zelfs, in hoeverre het mogelijk is, een praatje met hem. Op een keer ging hij weer zo danig tekeer dat er iemand op hem afstapte en vroeg waarom hij zo deed. Ik hoorde hem letterlijk zeggen : ‘Ik zit niet lekker in mijn vel.’ Ondanks de deplorabere toestand waarin hij verkeerde na het nuttigen van minimaal twee sixpacks halve liters wist hij zijn wrakke geestesgesteldheid middels een schoolvoorbeeld van een eufemisme op te leuken.


EEN WARM BAD


Tijdens een van onze kampeertochten door Europa belandden mijn vriendin en ik jaren geleden ergens op een camping in the middle of nowhere in Zweden. De metafoor op internet ‘uw verblijf voelt aan als een warm bad’ was voor ons en dan vooral voor mijn vriendin het argument voor deze door Hollanders bestierde camping te kiezen. Gelegen in de eindeloze wouden van het hoge Noorden voelde ik me er volkomen op mijn plek. Voor mijn vriendin, die niet zo dol is op eindeloze wouden, was ‘het warme bad’ voldoende om ons hier voor enige dagen te settelen. De realiteit gebiedt te zeggen dat we door een lekke band en een zondag geen andere keuze hadden.

De eigenaar zag er vermoeid en getergd uit. De camping was net leeggelopen met honderd mountainbikers die er overnacht hadden. Toen wij wilden inchecken zat onze vriend net aan zijn bordje smorrebrod. Waar wij het lef vandaan haalden hem op zijn zondagse rust te storen stond op zijn voorhoofd geschreven. Heilanden aan de muren toonden aan dat we hier met een fervent aanhanger van de Heer der Heerscharen te maken hadden. Er hing een ijzige, kille stilte en twee doodongelukkige ogen staarden ons aan. Deze man, die toch alles scheen te hebben wat zijn hartje begeerde, ging door een diep, zeer diep dal. Na de gebruikelijke formaliteiten, ontdaan van iedere vorm van warmte, genegenheid en interesse, kregen wij een plaats toegewezen. Nadat we ons puptentje hadden opgezet en een Laplandse Merlot soldaat hadden gemaakt gingen we naar onze vriend om te vragen of er maandag ergens de mogelijkheid was onze band te laten plakken. Die vraag was voor hem de spreekwoordelijke druppel en hij begon nu daadwerkelijk te zuchten en te steunen. Het laatste vleugje gastheerschap verdween als sneeuw voor de zon en vergeleken bij hem was Basil Fawlty een gerant buitencategorie.
Ik moest even recupereren en kwam tot de conclusie dat er van mijn kant twee reacties mogelijk waren :

A – Ik kon het op een gigantisch huilen gaan zetten.

B – Ik kon onze vriend kennis laten maken met mijn knuisten.

Mijn vriendin en ik kenden elkaar nog niet zo lang. In deze relatief korte tijd had ik een stevige, vooral stabiele indruk van mezelf op haar achtergelaten. Optie A zou deze indruk in een keer wegvagen. Optie B zou resulteren dat ik haar alleen nog door een setje tralies te zien zou krijgen. Mijn brein maakte overuren en ik besloot onze vriend de rug toe te keren. De lekke band dwong ons echter de nacht op de camping door te brengen. Om nog enige genoegdoening te krijgen voor het ons aangedane leed besloten we ons veldje mosvrij te maken. We waren in die tijd geobsedeerd door mos en hadden het plan gevat dit vanuit Zweden mee te smokkelen. We hadden hiervoor drie opbergkisten leeg gemaakt en het nat besprenkelde mos zou het tot thuis moeten uithouden. Het dikke, groene mos was heel gemakkelijk los te trekken en binnen een mum van tijd was onze plek van honderd vierkante meter zo kaal als een biljartbal. Zaak was nu wel vroeg te vertrekken teneinde de kans ontdekt te worden te minimaliseren. Gelukkig was ik er die avond in geslaagd de lekke band te vervangen door een thuiskomertje zodat we rustig naar een garage enkele dorpen verderop konden rijden.

Het mos heeft het helaas niet overleefd. We hebben nog geprobeerd het tot leven te wekken in onze achtertuin, het mocht echter niet baten. Onze vlijmscherpe recensie op Zoover had de eigenaar wel tot leven gewekt. Hij had na enig speurwerk ons telefoonnummer gevonden en op een septemberavond zat ik met hem aan de lijn. Hij smeekte ons de recensie eraf te halen. Ik hielde het kort en meldde hem in zijn mand te kruipen als hij niet nog een recensie wilde.

Een warm bad diende als metafoor voor een prettig ontvangst en verblijf. Helaas sloeg deze metafoor de plank volkomen mis. 
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van eufemismen en metaforen in het dagelijkse leven. Eufemismen en metaforen kan je ook wel onder het kopje mooipraterij plaatsen. Geniet van de gesprekken om u heen en laat u verrassen door de grootst mogelijke onzin die mensen elkaar vertellen.

Foto : www.taaleidoscoop.nl













Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o