Tijdens mijn fietstochtjes kom ik regelmatig in situaties terecht waarin status de boventoon voert.
Voor veel mensen is status belangrijk. Het schept de illusie voor de buitenwereld dat men
het gemaakt heeft, de dingen in balans zijn en er volledige controle is. Het is de perfecte tool voor heikneuters een fata morgana te scheppen om hiermee hun ingekakte, modale, nietszeggende leventjes op te poetsen voor de buitenwereld. Zoals zo vaak is ook dit keer de waarheid weer ontnuchterend. Ik zet een paar voorbeelden van status voor u op een rij.
Het druk hebben, het druk zijn is niet stoffelijk en toch heeft het met status te maken. Negen van de tien keer krijg je op de vraag " hoe gaat het met je?", het antwoord "ik heb het hartstikke druk." Dit zou een acceptabel antwoord zijn als het druk hebben een bepaald gevoel zou geven dat in het antwoord verweven is. Het druk hebben zou bijvoorbeeld euforie kunnen opwekken. Een mogelijk antwoord kan dan zijn : " ik heb het hartstikke druk en dit geeft me veel energie waarbij ik me zeer prettig voel." Het tegenovergestelde is ook mogelijk. Het kan zijn dat het druk hebben iemand een onprettig gevoel geeft. Het idee continu te moeten jachten en haasten kan iemand neerslachtig maken. Een antwoord zou dan kunnen zijn: " Ik heb het hartstikke druk, dit beklemt me, ik heb geen tijd voor mezelf en ik voel me hier zeer ellendig bij. Het moment dat ik mezelf ga verhangen aan een dwarsbalk zit er aan te komen." Je krijgt dit soort antwoorden echter nooit. Waarom zeggen mensen dan dat ze het druk hebben op de vraag " hoe gaat het met je?" en geven ze geen antwoord op de vraag? Dit heeft alles met status te maken. Een druk leven is voor veel mensen eigenlijk synoniem voor een interessant leven. Het geeft aan dat het leven bruist, de sociale contacten legio zijn, de vrijetijdsbestedingen dynamisch zijn en het werk- en gezinsleven , als daar sprake van is, bol staan van uitdagingen en genietmomenten. Het komt niet bij deze mensen op te zeggen dat ze het niet druk hebben, bang als ze zijn om niet voor vol te worden aangezien. Hoe anders ben ik........................................ Ik heb het zelden druk. Voor me uit staren en vegeteren heb ik tot hoge kunst verheven. Het liefs sta ik 's avonds in mijn donkere tuin en staar naar de sterren en de maan. Ik hou me niet bezig met klussen aan mijn huis of auto, social events aflopen, overbodige tv programma's bekijken of nutteloze consumptiegoederen aanschaffen. In mijn vrije tijd hou ik me vooral bezig met niet druk zijn en vul ik de tijd met het absorberen van hoogwaardige literatuur en muziek.
Hét transportmiddel waaraan status wordt ontleend is natuurlijk de auto. De behoefte manifesteert zich al in de puberjaren. De brommer of scooter dient dan als generale repetitie voor de auto. Tijdens mijn puberjaren was de wijk waar ik woonde ook vergeven van jongens die op hun brommers de wijk doorkruisten op hun Puch, Zundapp of Honda MT5. Deze brommers waren allemaal opgevoerd en rijkelijk voorzien van " special paint." Dit en diverse andere attributen moesten de in strakke, gebleekte spijkerbroek gehesen jongens de status geven die nodig was om indruk te maken op de meisjes. Status waar ik als puber wars van was. Terwijl mijn leeftijdgenoten rondscheurden op hun brommers toog ik op mijn fietsje naar de polders ten zuiden van Rotterdam. Langs de oevers van de slootjes plukte ik boterbloempjes en reeg er een ketting van. Starend naar de lucht met de prachtige wolkenpartijen en genietend van de geuren van de natuur die mijn neusvleugels bestuifden, fantaseerde ik over onbereikbare droomwerelden. Jaren later klusten de brommerjongens aan hun inmiddels aangeschafte bolides. Op zaterdagavonden reden zij door het land met hun gepimpte wagens die hen weer de status moest verschaffen op dezelfde meisjes indruk te maken. Ook deze keer stond ik aan de andere kant. Met mijn strippenkaart doorkruiste ik de provincies en bezocht obscure bandjes in afgelegen zaaltjes. Het was pure romantiek, maar scoorde niet hoog op de statusladder.
Werk is ook zo'n terrein waar veel mensen hun status, zo niet al hun levensgeluk aan ontlenen. Laten we eerlijk zijn, behoudens de hartchirurg die talloze levens redt, de voorzitter van het Politbureau van de CPSU en de verantwoordelijke functionaris voor de voedselvoorziening in de Hoorn van Afrika zullen er weinig jobs zijn waarvan de aardbol stopt met draaien. Mensen die verantwoordelijk zijn voor de distributie van non-product A in inteeltregio B en beweren dat hun werk hun lust en hun leven is leggen de lat wel erg laag en zijn rijp voor een stevige psychoanalyse. We kennen ze allemaal wel, de chefjes, hoogstens 1 meter 53 groot, en vroeger volkomen genegeerd door de vrouwtjes, die te pas en te onpas in hun sociale kringetje roepen wat voor geweldige verantwoordelijke baan ze hebben. Het is de status die ze nodig ze hebben om als mens niet volkomen door het ijs te zakken. De echte helden echter zijn zij die zeggen dat hun werk een bijzaak is en zich bezig houden met belangrijkere zaken. Op het witte bakfietsenschoolplein waar ik regelmatig vertoef hoor ik het nooit, al zie ik het soms wel heimelijk schitteren achter de hoornvliezen.
Misschien vraagt u zich af wat salonsocialisme is. Ik zal het kort proberen uit te leggen zodat eenvoudig de link naar status te maken is. Er bevindt zich in het land een flink contingent aan mensen die van zichzelf vindt dat ze erg links, sociaal, progressief, liberaal en groen zijn. Dit gillen ze van de daken en daarnaast wijzen ze vaak vermanend met hun vingertje naar de mensen die dat in hun ogen niet zijn. Het vreemde wil nu dat deze mensen vaak een leven leiden dat volkomen in strijd is met de idealen die ze aanhangen. Op het gebied van milieu, consumptie en Grootkapitaal leiden ze meer het leven van een doorgedraaide VVD’er. Waarom dan toch dat geflirt met die andere kant? Ook dit heeft puur met status te maken. Progressief en sociaal zijn verkoopt lekker, is sexy en geeft meer status dan een hang naar de goede oude tijden van het Stalinisme of het Nazisme, waar vrije wil en sociaal denken niet de core business was. Hoe serieus kun je echter iemand nemen die beweert de ideologie van Groen Links aan te hangen maar onderwijl acht keer per jaar in het vliegtuig stapt voor een hippe stedentrip. Hoe serieus kun je een links-liberale partij nemen die de vrije wil hoog in het vaandel heeft staan, terwijl de fractievoorzitter zijn vriendin geestelijk aftuigt omdat ze niet doet wat hij wil? Hoeveel procent van die naïeve studentjes uit Utrecht stemmen over tien of vijftien jaar nog steeds progressief als ze middels hun regentennetwerkje toegang hebben gekregen tot goed betaalde banen die hen aan het Grootkapitaal hebben laten ruiken. Uiteraard weet u, net als ik, het antwoord al.
Het huis is misschien wel het voorbeeld bij uitstek waarmee men goede sier kan maken op de statusladder. Het is verbazingwekkend hoe een huis als een rode draad door iemands leven kan lopen. Sommige mensen jagen een wooncarriere na met als voornaamste doel hun huis steeds met (meer )winst te verkopen. Al klussend en geld tellend worstelen ze zich door het leven niet voor ogen houdend dat het geld nog steeds in steen zit en pas vrijkomt als je weer gaat huren of gaat verhuizen naar een streek waar de huizen veel goedkoper zijn en de winst dus gecasht kan worden. Helaas is dit niet mogelijk. Huren of verhuizen naar een arbeiderswijk in Delfzijl betekent definitief afstand nemen van je status. Noodgedwongen zitten deze mensen letterlijk en figuurlijk vast tussen hun stenen. Met de huidige gekte op de huizenmarkt is de situatie nog dwazer geworden. Mensen verkopen hun ziel om in hun droomhuis in hun droomwijk te kunnen wonen. Hun droomwijk, waar iedereen er hetzelfde uitziet en dezelfde banen en interesses heeft. Het is wachten op het ineenstorten van de huizenmarkt of het stijgen van de hypotheekrente. Het Riagg en aanverwante instanties zullen er een dagtaak aan hebben de scherven bij elkaar te vegen die de uit elkaar getrokken stelletjes hebben achterlaten. Wij hebben niet het grootste huis van de stad. Onze hypotheek is ook verre van spannend. Van een wooncarriere kan je überhaupt niet spreken, we wonen nog steeds in ons eerste huis. Ik vind het allemaal prima. Ik betaal netjes maandelijks mijn hypotheek en het zal me aan mijn reet roesten wat de huidige waarde van mijn huis is. Ik woon in een heerlijke wijk in een geweldige stad. Dat zal ik nooit opzij zetten voor een wooncarriere.
Dit waren zomaar wat voorbeelden waaraan mensen hun status ontlenen. Status is een zwaar overschat begrip, het gros van de mensen interesseert het namelijk werkelijk geen zier hoe een ander leeft. De enige status die belangrijk is is hoe je jezelf ziet. Ik vrees echter dat dat voor veel mensen een stapje te ver is.
Druk.
Het druk hebben, het druk zijn is niet stoffelijk en toch heeft het met status te maken. Negen van de tien keer krijg je op de vraag " hoe gaat het met je?", het antwoord "ik heb het hartstikke druk." Dit zou een acceptabel antwoord zijn als het druk hebben een bepaald gevoel zou geven dat in het antwoord verweven is. Het druk hebben zou bijvoorbeeld euforie kunnen opwekken. Een mogelijk antwoord kan dan zijn : " ik heb het hartstikke druk en dit geeft me veel energie waarbij ik me zeer prettig voel." Het tegenovergestelde is ook mogelijk. Het kan zijn dat het druk hebben iemand een onprettig gevoel geeft. Het idee continu te moeten jachten en haasten kan iemand neerslachtig maken. Een antwoord zou dan kunnen zijn: " Ik heb het hartstikke druk, dit beklemt me, ik heb geen tijd voor mezelf en ik voel me hier zeer ellendig bij. Het moment dat ik mezelf ga verhangen aan een dwarsbalk zit er aan te komen." Je krijgt dit soort antwoorden echter nooit. Waarom zeggen mensen dan dat ze het druk hebben op de vraag " hoe gaat het met je?" en geven ze geen antwoord op de vraag? Dit heeft alles met status te maken. Een druk leven is voor veel mensen eigenlijk synoniem voor een interessant leven. Het geeft aan dat het leven bruist, de sociale contacten legio zijn, de vrijetijdsbestedingen dynamisch zijn en het werk- en gezinsleven , als daar sprake van is, bol staan van uitdagingen en genietmomenten. Het komt niet bij deze mensen op te zeggen dat ze het niet druk hebben, bang als ze zijn om niet voor vol te worden aangezien. Hoe anders ben ik........................................ Ik heb het zelden druk. Voor me uit staren en vegeteren heb ik tot hoge kunst verheven. Het liefs sta ik 's avonds in mijn donkere tuin en staar naar de sterren en de maan. Ik hou me niet bezig met klussen aan mijn huis of auto, social events aflopen, overbodige tv programma's bekijken of nutteloze consumptiegoederen aanschaffen. In mijn vrije tijd hou ik me vooral bezig met niet druk zijn en vul ik de tijd met het absorberen van hoogwaardige literatuur en muziek.
Auto
Hét transportmiddel waaraan status wordt ontleend is natuurlijk de auto. De behoefte manifesteert zich al in de puberjaren. De brommer of scooter dient dan als generale repetitie voor de auto. Tijdens mijn puberjaren was de wijk waar ik woonde ook vergeven van jongens die op hun brommers de wijk doorkruisten op hun Puch, Zundapp of Honda MT5. Deze brommers waren allemaal opgevoerd en rijkelijk voorzien van " special paint." Dit en diverse andere attributen moesten de in strakke, gebleekte spijkerbroek gehesen jongens de status geven die nodig was om indruk te maken op de meisjes. Status waar ik als puber wars van was. Terwijl mijn leeftijdgenoten rondscheurden op hun brommers toog ik op mijn fietsje naar de polders ten zuiden van Rotterdam. Langs de oevers van de slootjes plukte ik boterbloempjes en reeg er een ketting van. Starend naar de lucht met de prachtige wolkenpartijen en genietend van de geuren van de natuur die mijn neusvleugels bestuifden, fantaseerde ik over onbereikbare droomwerelden. Jaren later klusten de brommerjongens aan hun inmiddels aangeschafte bolides. Op zaterdagavonden reden zij door het land met hun gepimpte wagens die hen weer de status moest verschaffen op dezelfde meisjes indruk te maken. Ook deze keer stond ik aan de andere kant. Met mijn strippenkaart doorkruiste ik de provincies en bezocht obscure bandjes in afgelegen zaaltjes. Het was pure romantiek, maar scoorde niet hoog op de statusladder.
Werk
Werk is ook zo'n terrein waar veel mensen hun status, zo niet al hun levensgeluk aan ontlenen. Laten we eerlijk zijn, behoudens de hartchirurg die talloze levens redt, de voorzitter van het Politbureau van de CPSU en de verantwoordelijke functionaris voor de voedselvoorziening in de Hoorn van Afrika zullen er weinig jobs zijn waarvan de aardbol stopt met draaien. Mensen die verantwoordelijk zijn voor de distributie van non-product A in inteeltregio B en beweren dat hun werk hun lust en hun leven is leggen de lat wel erg laag en zijn rijp voor een stevige psychoanalyse. We kennen ze allemaal wel, de chefjes, hoogstens 1 meter 53 groot, en vroeger volkomen genegeerd door de vrouwtjes, die te pas en te onpas in hun sociale kringetje roepen wat voor geweldige verantwoordelijke baan ze hebben. Het is de status die ze nodig ze hebben om als mens niet volkomen door het ijs te zakken. De echte helden echter zijn zij die zeggen dat hun werk een bijzaak is en zich bezig houden met belangrijkere zaken. Op het witte bakfietsenschoolplein waar ik regelmatig vertoef hoor ik het nooit, al zie ik het soms wel heimelijk schitteren achter de hoornvliezen.
Salonsocialisme
Misschien vraagt u zich af wat salonsocialisme is. Ik zal het kort proberen uit te leggen zodat eenvoudig de link naar status te maken is. Er bevindt zich in het land een flink contingent aan mensen die van zichzelf vindt dat ze erg links, sociaal, progressief, liberaal en groen zijn. Dit gillen ze van de daken en daarnaast wijzen ze vaak vermanend met hun vingertje naar de mensen die dat in hun ogen niet zijn. Het vreemde wil nu dat deze mensen vaak een leven leiden dat volkomen in strijd is met de idealen die ze aanhangen. Op het gebied van milieu, consumptie en Grootkapitaal leiden ze meer het leven van een doorgedraaide VVD’er. Waarom dan toch dat geflirt met die andere kant? Ook dit heeft puur met status te maken. Progressief en sociaal zijn verkoopt lekker, is sexy en geeft meer status dan een hang naar de goede oude tijden van het Stalinisme of het Nazisme, waar vrije wil en sociaal denken niet de core business was. Hoe serieus kun je echter iemand nemen die beweert de ideologie van Groen Links aan te hangen maar onderwijl acht keer per jaar in het vliegtuig stapt voor een hippe stedentrip. Hoe serieus kun je een links-liberale partij nemen die de vrije wil hoog in het vaandel heeft staan, terwijl de fractievoorzitter zijn vriendin geestelijk aftuigt omdat ze niet doet wat hij wil? Hoeveel procent van die naïeve studentjes uit Utrecht stemmen over tien of vijftien jaar nog steeds progressief als ze middels hun regentennetwerkje toegang hebben gekregen tot goed betaalde banen die hen aan het Grootkapitaal hebben laten ruiken. Uiteraard weet u, net als ik, het antwoord al.
Huis
Het huis is misschien wel het voorbeeld bij uitstek waarmee men goede sier kan maken op de statusladder. Het is verbazingwekkend hoe een huis als een rode draad door iemands leven kan lopen. Sommige mensen jagen een wooncarriere na met als voornaamste doel hun huis steeds met (meer )winst te verkopen. Al klussend en geld tellend worstelen ze zich door het leven niet voor ogen houdend dat het geld nog steeds in steen zit en pas vrijkomt als je weer gaat huren of gaat verhuizen naar een streek waar de huizen veel goedkoper zijn en de winst dus gecasht kan worden. Helaas is dit niet mogelijk. Huren of verhuizen naar een arbeiderswijk in Delfzijl betekent definitief afstand nemen van je status. Noodgedwongen zitten deze mensen letterlijk en figuurlijk vast tussen hun stenen. Met de huidige gekte op de huizenmarkt is de situatie nog dwazer geworden. Mensen verkopen hun ziel om in hun droomhuis in hun droomwijk te kunnen wonen. Hun droomwijk, waar iedereen er hetzelfde uitziet en dezelfde banen en interesses heeft. Het is wachten op het ineenstorten van de huizenmarkt of het stijgen van de hypotheekrente. Het Riagg en aanverwante instanties zullen er een dagtaak aan hebben de scherven bij elkaar te vegen die de uit elkaar getrokken stelletjes hebben achterlaten. Wij hebben niet het grootste huis van de stad. Onze hypotheek is ook verre van spannend. Van een wooncarriere kan je überhaupt niet spreken, we wonen nog steeds in ons eerste huis. Ik vind het allemaal prima. Ik betaal netjes maandelijks mijn hypotheek en het zal me aan mijn reet roesten wat de huidige waarde van mijn huis is. Ik woon in een heerlijke wijk in een geweldige stad. Dat zal ik nooit opzij zetten voor een wooncarriere.
Dit waren zomaar wat voorbeelden waaraan mensen hun status ontlenen. Status is een zwaar overschat begrip, het gros van de mensen interesseert het namelijk werkelijk geen zier hoe een ander leeft. De enige status die belangrijk is is hoe je jezelf ziet. Ik vrees echter dat dat voor veel mensen een stapje te ver is.
Afbeelding : rug.nl
Reacties
Een reactie posten