Doorgaan naar hoofdcontent

Pavlov




Ik wil u niet te laag inschatten dus geef ik u kort de tijd een belletje te laten rinkelen bij de naam Pavlov……………………………………………………Precies, ik had niet anders verwacht. Pavlov is bekend bij u. Pavlov is vooral bekend geworden om de pavlovreactie, ofwel de klassieke conditionering. U bent ook bekend met het hondje en het belletje.

·         Hondje, belletje gaat, eten komt, hondje gaat eten.

·         Hondje, belletje gaat, eten komt, hondje gaat eten.

·         Hondje, belletje gaat, eten komt, hondje gaat eten.

·         Hondje, belletje gaat, hondje gaat kwijlen, eten komt, hondje gaat eten.

·         Hondje, belletje gaat, hondje gaat kwijlen, er komt geen eten.

Ik ben zelf een aantal malen in een pavolreactie terecht gekomen. Ik zet enkele voorbeelden voor u op een rij.

 

Kleren kopen

Ik heb een ontzaglijke hekel aan kleren kopen. Het zijn geeneens de kleren zelf waar ik een hekel aan heb, het zijn de winkels waar deze kleren gekocht worden die me horendol maken. Het liefst winkel ik anoniem en word door niemand gestoord. Dit schijnt helaas haast niet meer mogelijk te zijn. Vanaf het moment dat je een voet over de drempel van de winkel zet ben je in het vizier van de verkopers en verkoopsters. Ze laten je niet meer los voordat je met een grote milieu verziekende plastic tas vol met kleren bent afgedropen. Mijn afkeer hiervan is zo groot dat het eerst oogcontact al een pavlovreactie bij me veroorzaakt. Deze reactie wordt vormgegeven in het niet kopen van kleren en rondjes lopen in de winkel.

Helaas moest ik er vrij recent weer aan. Ik had geen kledingstuk meer zonder gaten en kon me zelfs niet meer vertonen in een MS Office Teams meeting. Met angst in het lijf en al starend naar mijn schoenen stiefelde ik richting de kledingwinkel. Ik had mijn kleine teen nog niet over de drempel gewurmd of mijn blik werd al gevangen door een Kenau buitencategorie. Alsof ik me van geen kwaad bewust was liep ik naar de herenafdeling. Vanuit mijn ooghoeken zag ik haar slagschaduw die me op gepast afstand volgde. Met een stapel alibi herenslippen in mijn hand schreed ik richting de kleedkamers. Ik dook het achterste pashokje in en begon haar vanachter het gordijntje te begluren. Op het moment dat ze even weg keek schoot ik een tegenover gelegen hokje in. Ze draaide haar hoofd weer om en begon strak naar het hokje kijken waarin ze dacht dat ik was. Dit gaf me de kans ongemerkt weg te glippen. Ik begon rondjes te lopen maar had echter snel in de gaten dat ze me weer getraceerd had. Het was inmiddels redelijk druk geworden in de winkel en dit bood me de gelegenheid naar een afdeling te lopen waar ik redelijk onopgemerkt kon verblijven. Op de afdeling “kledij voor vrouwen in de overgang” zou ze me niet zo snel zoeken. In een tijgersluipgang kroop ik onder rekken door die vol hingen met oversized jurken versierd met de afzichtelijkste tierelantijntjes die je je maar voor kunt stellen. Tussen de Tena Lady’s door zag ik ze in de verte wanhopig om zich heen kijken. Het werd tijd om te vertrekken, maar niet voordat ik afscheid had genomen. Ik sloop naar haar toe, ging achter haar staan en lispelde in haar volvette oorschelp : “ Rustig maar Duifje, ik ben het, Atilla. Wees niet bang. "  Na een gesmoorde kreet maakte ze een zachte landing in een kussen. Ik verliet de winkel zonder kleren. De volgende MS Office Teams meeting meldde ik dat mijn webcam stuk was.              

 

Boekhandel Donner

Ik mag graag naar boekhandel Donner gaan. De winkel voelt aan als een bad gevuld met warme honing. Het is een speeltuin voor mensen als ik, mensen die hun geest verrijken met de mooiste teksten die ooit in de wereld op papier zijn gezet. Ik loop vaak dezelfde route. Meestal begin ik beneden bij de literatuur en via de afdeling Rotterdam beland ik bij de kasten geschiedenis. Een stukje verder, in een hoek weggestopt, staan de rijen met tweedehands boeken. Ik pluk hier regelmatig pareltjes vandaan. Vooral de subafdeling Russische bibliotheek heeft mijn speciale interesse.

Jaren geleden heb ik een periode, een jaartje of zo, last gehad van een pavlovreactie als ik Donner betrad. Terwijl mijn hersens nog nagloeiden van het tot mij genomen literaire hoogstandje De Meester en Margarita van Michael Boelgakov, waarin op magistrale wijze kritiek wordt geuit op het leven onder het Stalinisme in de vorm van een fantasierijke roman waarin o.a de Duivel, een levensgrote pratende zwarte kater en Pontius Pilatus een rol spelen, liep ik Donner binnen en stuitte op een tafereel welke me ongeveer een jaar een pavlovreactie zou bezorgen. Bij een van de boekenkasten waar ik heen liep zat een uit de kluiten gewassen arbeider. Hij hing rond bij de letter Z. Met zijn smerige snuit betastte hij bijkans In het paradijs voor de vrouw van Émile Zola en ik vroeg me af of hij überhaupt in staat zou zijn de naam van de schrijver op een fatsoenlijke manier uit te spreken. Ik had geen idee waarom hij, iemand met waarschijnlijk de diepgang van een cementvloer, hier was beland. Veel tijd om erover na te denken had ik niet omdat mijn blik naar een deel van de werkman werd getrokken. De arbeider zat op zijn hurken en boven de rand van zijn werkbroek ontwaarde ik een klassiek tafereel, een verticale brievenbus tussen twee harige wangen. Er knapte iets in me en er ontstond een pavlovreactie die ik pas later zou gewaarworden.                      

Bij een volgend bezoek aan Donner voelde ik bij binnenkomst een lichte druk op de Magna Intestinum. Dit was op zich niet opzienbarend aangezien ik de avond ervoor een zelfgemaakte pittige viscurry had verorberd. We halen onze currypasta altijd in de daarvoor gespecialiseerde toko. Deze pasta smaakt beter en is vele malen pittiger dan de currypasta die wordt verkocht in de supermarkt. Dit slappe aftreksel van het culturele erfgoed curry is aangepast aan de smaken van het witmens en smaakt nog het meest naar brinta. Ik vond het dus volkomen normaal dat een dag later het goedje de wijde wereld in wilde en heel toevallig was dat dit keer in boekhandel Donner. Ik zocht het kleinste kamertje op en deed mijn ding.                              

Mijn volgende bezoekje aan Donner ervoer ik hetzelfde. Typisch gevalletje van pech gehad -  hield ik mezelf voor. Toen de volgende bezoekjes echter van het zelfde laken een pak waren begon ik me enigszins zorgen te maken. Het begon zelfs zulke ernstige vormen aan te nemen dat ik niet meer de gang richting Donner durfde te maken. Ik heb zwaar getwijfeld, maar besloot toch professionele hulp in te schakelen.

Het werd allemaal heel duidelijk uitgelegd bij de therapeut. Ik had tijdens het zien van de billenpartij van de arbeider in de buurt van het meesterwerk van Zola een traumatische ervaring opgedaan. Mijn wereld was danig in de war geschopt. Proletarisch shoppen had zich in mijn brein gemengd met de culturele superioriteit waarvan ik deel uitmaak. De therapeut stelde twee behandelingen voor. De rigoureuze, middels een shocktherapie, en de softe, langere aanpak. De bedoeling was dat ik door een soort van herbeleving herboren zou worden. Confrontatie met het pijnpunt was hierin een vereiste. De therapeut legde mij uit dat het pijnpunt in mijn geval het gehele alfabet besloeg. Door de arbeider te associëren met de letter Z van Zola was het zaak ook de resterende vijfentwintig letters in de genezing mee te nemen. Heel concreet betekende dit bij de rigoureuze aanpak dat ik bij het volgende bezoek aan Donner pontificaal voor de boekenkast mijn broek zou moeten laten zakken. Deze afgeleide vorm van electro convulsie therapie zou resulteren in de verminderde morbideit en mordaliteit bij het foetale en neotale brein. Mentale retardatie en cerebrale paresen zouden hieronder aanmerkelijk verminderd worden. Ik kon me hier volkomen in vinden, alleen had ik mijn twijfels omtrent de uitvoering. De shocktherapie zou betekenen dat ik me de komende jaren niet meer in Donner zou kunnen vertonen. Dit was voor mij onverteerbaar dus koos ik voor de softe aanpak. Deze aanpak betekende dat ik gehurkt zou moeten plaats gaan nemen voor de boekenkast. Belangrijk was ook bij deze aanpak het hele alfabet mee te nemen. Dit was de enige manier om de traumatische ervaring te doen laten verdwijnen als een hond op de stoep voor een afhaalchinees.

Ik bracht het advies meteen in de praktijk. Thuis had ik een schema gemaakt. Ik zou drie letters per bezoek gaan doen. De behandeling verliep voorspoedig. De druk op de Magna Intestinum werd met ieder bezoek minder. De zich tijdens het hurken achter mij posterende consumenten bezorgden me echter steeds vaker ingehouden woedeuitbarstingen. Ik kan er slecht tegen als mensen achter me staan. Het moest zo zijn, bij de letter Z had ik mijn zwakke moment. Ik had hem al gesignaleerd in mijn ooghoeken. Ik draaide me om en keek door de glazen van een hoornen bril en langs een getrimde snor in de meeste vriendelijke en blauwe kijkers die ik ooit heb gezien en nog zal zien. Ik zette mijn vriendelijkste gezicht op en zei met zachte stem:

Ik had bijna iets gekocht,………….maar.”                                                                                                   

Maar? Maar wat? ”

Toen zag ik jou. “

Mij ? “

Ja jou. “                                                                                       

Ik draaide me om en liep gelukzalig weg. Geen druk meer op de Magna Intestinum. Ik was genezen!!!

 

Telemarketing

Mijn thuis is heilig. Je moet vooral niet onverwachts langskomen of bellen zonder goede reden. Het langskomen lost zichzelf wel op doordat ik de deur niet open . De telefoon is een ander verhaal, je moet nochtans eerst opnemen. Ik zal eerlijk met u zijn, ik heb een graf, maar dan ook werkelijke grafhekel aan telefonische verkoop. In plaats van te luisteren naar wat de verkoper of verkoopster in de aanbieding heeft schiet ik binnen een seconde in de Pavlovreactie, die zich voornamelijk uit in cynisme, desinteresse en gebalde vuisten waarvan de knokkels witter uitslaan dan een ijsbeer die een dag in een bad met chloor heeft gelegen. Ik werd laatst gebeld door een financiële aanbieder die een pracht van een aanbieding voor me had. Het gesprek ging ongeveer als volgt:

Tring, tring, tring.

Hallo? Hallo?

Goedenavond. Spreek ik met de heer Swurp?

Nee u spreekt met de heer Swaep, Simon, Willem, Anton Eduard, Pieter.

Goedenavond mijnheer Simon. Heel fijn dat ik u thuis tref.

Wie zegt dat ik thuis ben en niet op Friese doorlopers aan het schaatsen ben op de Dnjepr en de telefoon heb meegenomen aan een extreem lang verlengsnoer?

Eeeeeh,…….Bent u tevreden over uw huidige hypotheek?

Ik ben dik tevreden, zo tevreden zelfs dat ik eraan zit te denken er eentje bij te nemen.

Hoeveel rente betaalt u als ik vragen mag?

Ik betaal vierendertig procent rente waarbij iedere dag dat ik maandelijks te laat betaal afgestraft wordt met stokslagen in tienvoud.

Oooooh,,euheuh.

Ja, dat had je niet gedacht hè? Wat heb je aan te bieden? Zweepslagen in vijfvoud?

Euh nee, u kunt uw hypotheek oversluiten naar ons en dan betaalt u slechts drie procent rente.

Dat wil ik niet, drie procent rente. Ik ben meer een liefhebber van hoge rentes. Heb je niks anders?

Hoe bedoelt u? Wilt u geen geld besparen?

Nee dat wil ik niet, ik wil geld betalen en arm blijven. 

Gelukkig werd ik gered door ons mam die een dampend bord zuurkool met vette rookworst op tafel had gezet. Ik nam afscheid van de commerciële nitwit met de woorden: “ Ik ga je ophangen, want ik ga nog een rondje schaatsen.” 

Het lukt me maar niet om enigszins normaal op dit soort idioten te reageren. Hoe anders het ook kan heeft de Dude bewezen. De Dude, onvergetelijke vogel die eerder te sprake is gekomen in een van mijn blogs. Hij is van het type ruwe bolster blanke pit en heeft diep van binnen een hoekje dat behangen is met mededogen, vooral als het dieren betreft. Terwijl ik een klant aan het afblaffen was naderde hij mijn bureau. Ik zag meteen dat het foute boel was, gaf de klant de genadestoot en hing op. Twee meter de Dude met spieren zo taai als de tuien van de Erasmusbrug torende boven me uit. Deze ultimate survivor, die moeiteloos weken in de wildernis overleeft op water en brood, zag er aangeslagen uit. De waterlanders hingen in zijn ogen en met een gebroken stem vertelde hij zijn verhaal. De vorige avond was hij gebeld door een lieftallig dametje. Er werd hem verteld dat de aardbol is vergeven van uitgemergelde, ondervoede, verwaarloosde ezeltjes. De organisatie waar de dame voor belde probeerde geld bij elkaar te krijgen om de ezeltjes een beter bestaan te geven. De Dude keek me strak aan en zei : “Ik ben donateur geworden. Donateur van het ezeltjesbevrijdingsfront.” Ik zag dat verdriet en blijdschap bij hem om voorrang streden en ik brak. Zonder meteen over Herenliefde te spreken heb ik hem op passende wijze getroost.

 

 Foto : wikipedia

Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o