Doorgaan naar hoofdcontent

Verandering en vooruitgang.



 

Het zijn prachtige tijden. Ik fietste vandaag door uitgestorven straten van de door het virus geteisterde stad. Sneeuwjachten, poolwinden en strenge vorst zitten eraan te komen en de stad maakt zich klaar voor een ouderwetse winter. Het is de volgende mentale klap die de mensen moeten zien te verwerken. Na de avondklok noopt de vorst het volk nu voor de zoveelste avond als een zombie op de bank te gaan zitten en zich miserabel te voelen. De commercie springt er handig op in. Gisteren zag ik drie commercials achter elkaar op de televisie waarin pilletjes en goedjes tegen depressies en sombere stemmingen werden aanprezen. Depressie is big business. Als aasgieren stort het Grootkapitaal zich op de weerloze consument. Hoe anders is dat toch met mij. Mijn verhouding met de maatschappij is als die van een stel communicerende vaten. Hoe meer de maatschappij lijdt, des te beter ik me voel. Dat de maatschappij lijdt staat buiten kijf. Het gejank en geklaag is niet van de lucht. Dagelijks worden we op de radio, tv en in de kranten geconfronteerd met klagende en zeurende mensen. U begrijpt dat ik hierdoor in een opperbeste stemming ben. Mijn eenzame fietstochten geven me letterlijk en figuurlijk veel ruimte om na te denken. Ik ontleed het leven en stel mezelf vragen. Een vraag die ik mezelf vandaag stelde, terwijl de ijskoude, messcherpe valwinden als scheermessen langs mijn slapen raspten was :  Waarom willen mensen verandering en vooruitgang? Aan verandering en vooruitgang hangt een optimistisch, positief stigma, terwijl de waarheid, zoals zo vaak, zeer ontnuchterend is. Zelf ben ik niet zo’n voorstander van verandering en vooruitgang. Ik hou meer van stilstand en achteruitgang. Ik zet voor u een paar voorbeelden van situaties op een rij waaruit blijkt dat verandering en vooruitgang helemaal geen verbetering zijn.

 

Tool

 

Ik liep recent langs de Maas over de Boompjes. Aangelegd aan het begin van de zeventiende eeuw ter verfraaiing van de stad was deze stek ooit een paradijs voor wandelaars. Twee rijen populieren gaven de naam aan deze fraaie wandelpromenade langs de rivier. Schippers die in 1928 richting de stad voeren genoten van het uitzicht op de Boompjes. In 1928 zagen zij een kade gevuld met patriciërswoningen ,stijlvolle hotels, ’s lands mooiste synagoge en een dubbele rij populieren waar arbeiders karren voortrokken over gebochelde kasseien. Het rook er naar wijn, teer, azijn, gebrande koffie, thee, tabak en paardenmest. Een scherp oog zag misschien in het koude najaar van 1928 Scharlaken de Rederijstraat uit komen lopen met zijn zakken gevuld met guldens ontvangen van Stich die hem opdracht heeft gegeven twee dagen na te denken over zijn aanbod. Scharlaken is op weg naar het Victoria Hotel aan het Willemsplein waar hij zich zal onderdompelen in de warmte en rijkdom van de upper class. Misschien bestelt hij een paar glazen champagne en een handvol oesters. Hij zal de smaak en het gevoel koesteren welke hij nooit heeft gehad en zal hebben in de krotten en stegen die hij bewoont en bewandelt in en rond het Achterklooster.

Niets van dit alles echter aan de huidige Boompjes anno 2021. De moderne stad laat hier zijn gezicht zien. Staal en glas vechten hier om de gunsten van de passant. Het zwarte water van de imposante rivier klotst tegen de kades van de landtongen die bijkans buigen onder het immense gewicht van de torens. Ik inhaleer de dynamiek van de metropool en voel de eeuwen door mijn vezels trekken. Wat een prachtige surrealistische ervaring heb ik elke keer weer in de enige echte stad die ons landje rijk is. Zelden wordt op een stek het heden en verleden zo intens gevoeld. Wat jammer dat deze unieke ervaring vaak wordt verstoord door alles behalve indrukwekkende personen.

Ik had hem al gezien en vooral gehoord.

Het zal u misschien verbazen, maar ik heb geen smartphone. Ik heb lang getwijfeld of ik er eentje zou moeten kopen. Het leven bestaat uit keuzes maken, sterker nog, ons leven is een lopende band van keuzes maken. Een smartphone kost een eurootje of achthonderd en dat geld kan ik maar één keer uitgeven. Ik moest dus een keuze maken tussen een smartphone of een boek. Het was de keuze tussen een klassiek stuk wereldliteratuur op de tweedehands boekenmarkt met een stuksprijs van ongeveer drie euro resulterend, afgerond naar boven, in tweehonderdnegenentwintig  boeken met een gemiddeld aantal van zevenhondervijftig pagina’s wat een totaal van honderdeenenzeventigduizend zevenhonderdvijftig bladzijdes oplevert gevuld met de meest memorabele momenten uit de wereldgeschiedenis, proza van het allerhoogste niveau en oogstrelende beschouwingen vormgegeven in woorden en letters die dansen op het blad als een ballerina in haar beste vorm op het podium van het Bolsjojtheater, of een digitaal apparaatje waarmee je je vriendjes en vriendinnetjes een foto kan sturen van de veertig in een dozijn pizza die je net hebt doorgeslikt of waarmee je een like af kunt geven aan de Moeder aller doorgestoken kaart programma’s : Wie is de mol? Het was een lastige keuze. Na rijp beraad met mezelf en enkele doorwoelde nachten heb ik voor het boek gekozen. Mijn gsm werd niet ingeruild en zou een beslissende rol gaan spelen voor hem, die ik al gezien en vooral gehoord had.

Ik kan niet anders zeggen dat het standje dat hij en zijn compagnons hadden opgebouwd er aardig uit zag. Het stak fris in de pastelkleuren en stond op een mooie strategische plek langs de Maas aan het Leuvehoofd. Bent u toe aan verandering en vooruitgang? Wij voorzien u in de toekomst op kernachtige wijze van het belangrijkste nieuws. Gebruik onze tool en u heeft geen last meer van nieuwsvervuiling stond er op de stand en in diverse folders geschreven. De boodschap werd vocaal ondersteund door een jongeman achter de kraam. Ik ken zijn naam niet en zal hem gemakshalve mijnheer Tool noemen. Zijn boodschap zette echter weinig zoden aan de dijk aangezien de straffe wind zijn holle frasen richting het Noordereiland blies met de snelheid van een slechtvalk in duikvlucht. Hij begon zijn zinnen steevast met jij en legde hier stevig de nadruk op. “ JIJ bent toe aan iets nieuws. JIJ wilt zuivere informatie. Jij bent anders. Jij kijkt vooruit “ Ik had nog niet helemaal door of ie het nu tegen mij had of tegen de verloren zielen die er ronddoolden. Ik stapte op mijnheer Tool af en vroeg wat hij te bieden had.

 “ Wij geven u iedere ochtend kernachtig de hoofdpunten van het nieuws uit de wereld. Wij nemen geen politieke stelling en opteren voor de zuivere weergave van de feiten. Iedere ochtend twintig minuten lezen en u bent op de hoogte. Wij garanderen absolute onpartijdigheid en u blijft bij ons gevrijwaard van nieuwsvervuiling. U kunt zich digitaal aanmelden en op elk gewenst moment weer opzeggen.”

 Ik werd zowaar enthousiast. Na veertig jaar geabonneerd te zijn geweest op de “Wordperfect 5.1 dagelijkse wereldnieuwsbrief “ was ik misschien toe aan iets nieuws. Enthousiast nam ik de url, waarmee ik me kon aanmelden, van mijnheer Tool in ontvangst en schreed naar huis. Thuisgekomen opende ik de url op mijn beeldscherm en begon te lezen. Ik moest een zekere app downloaden en deze zou het abonnement na betaling op mijn mobiele telefoon installeren. Ik had er het volste vertrouwen in dat deze mijnheer of mevrouw app mij succesvol zou gaan begeleiden in het proces. Ik pakte mijn gsm en zette deze aan. Er gebeurde echter weinig, wat ik ook probeerde. Zelfs Air Strike, Nitro Racing, Ninja Up, Snake Xenzia en Tetris hielpen me niet verder. Mijn bloeddruk begon te stijgen en het werd overduidelijk dat ik door een volkomen technisch onbenul te woord was gestaan. Ik kon het hier niet bij laten zitten en dwong mezelf tot actie. Ik gaf mijn computer het al veertig jaar succesvol functionerende commando Shift F7 en draaide op mijn matrixprinter een a-4tje van een “ Wordperfect 5.1 dagelijkse wereldnieuwsbrief. uit. Op hoge poten toog ik richting het Leuvehoofd.

 In de verte zag ik hem staan terwijl zijn holle frasen wederom weggeblazen werden. Dit keer echter richting de Wilhelminapier. Ik stapte op hem af en vroeg : “Waarom? Waarom toch? Jij wanstaltig wezen. Uit welke met zwavel gevulde put hebben ze jou tevoorschijn getoverd? Welk recht geeft jou om een bijzonder persoon als ik ben van misleidende informatie te voorzien? Ik heb geschreid en tranen om je geplengd maar behield de kracht te blijven leunen op mijn aangeboren barmhartigheid,..........maar ik ben in de war. Leg me toch uit wat je bezielt en toon in hemelsnaam berouw. “ Hij keek me aan met een guitige blik en zei: " Ik ben een heikneuter." 

" Ik ben een heikneuter". Ik had het niet beter kunnen verwoorden. Dit verklaarde veel, zo niet alles en bespaarde me in ieder geval een hoop geneuzel in de ruimte.Ik liet eenmalig de anderhalve meter regel varen, trok hem naar me toe en begon zo'n stevige tong met hem te draaien dat de vonken ervan af spatten.  " Enorme vriend. Je verbaast me op een positieve manier"  zei ik en duwde hem de Maas in. Ik vouwde een F16 van mijn Wordperfect 5.1 uitdraai en gaf hem nog iets te lezen mee voor onderweg. Ik vervolgde mijn tocht door tijd en ruimte op zoek naar het Victoria Hotel.

 

De Kuip

 

Op een prachtige herfstochtend zat ik aan de Vuurplaat en genoot van een van de mooiste uitzichten die Rotterdam rijk is. De zonnestralen verspreidden hun licht door herfstnevels en in vurige herfstkleuren getooide bomen en kusten de bemoste kades van de Binnenhaven. Hier op deze stek in het legendarische stadsdeel Zuid wandelen historie, heden en toekomst hand in hand.  Ik ruik de sigaren van Lodewijk Pincoffs, de kolen en het staal van de industrieën, het zweet van de arbeiders, het verschraalde bier uit de kroegen en de quinoa en het zeewier van de hier recent genestelde yuppen. De geuren van zilt en klei van de havens is in al die jaren niet veranderd. Ik ruik ook een vorm van zweet die in al die jaren hetzelfde is gebleven, de geur van angstzweet. De angst van de Feyenoordsupporters voor wederom een veegpartij op het veld. Dit zweet is diep genesteld in de poriën en komt regelmatig als een vulkaan tot uitbarsting. Bij veel supporters is er een nieuw unheimisch gevoel ontstaan. De angst voor een nieuw stadion en hiermee de nachtmerrie om afscheid te moeten nemen van een cultureel fenomeen dat zijn weerga niet kent. Ik ga u niet vermoeien met de geschiedenis van Feyenoord. Iedereen die een beetje op de hoogte is van het Nederlandse voetbal weet welke rol de club speelt. Het is geen club van winnaars, dat is het nooit geweest. Het succes komt altijd incidenteel en dan vaak ook nog op een onverwacht moment. Ik ben opgegroeid op Zuid en ken de Kuip van binnen en van buiten. Als kind ging ik met mijn vader mee naar de wedstrijd en met vriendjes zochten we op woensdagmiddagen in de struiken rond het stadion naar voetbalkaartjes. Als puber stond ik op VAK S en als volwassen man had ik een seizoenskaart. De gang naar de Kuip is altijd weer genieten. Je bent omringd door prachtsujetten waarvan vele net even te lang op de pechstrook van het leven hebben gebivakkeerd. Dit zijn geen mannen en vrouwen die jagen op succes, het zijn mensen die zich verbonden voelen met deze cultclub en ieder succes dankbaar omarmen. Succes is welkom,…………maar niet ten koste van alles. Op dit punt zijn we op een kruispunt beland. Er is namelijk een contingent zichzelf supporter noemende dwaallichten dat van mening is dat het succes te koop is. Dat hierbij afscheid moet worden genomen van de Kuip is voor hen geen probleem.

Dit is een serieus onderdeel aan het worden en dat zult u inmiddels wel begrepen hebben. Geen grappen en grollen dit keer, maar bloedserieuze materie. We zijn allemaal van mening dat er wat aan de kuip veranderd moet worden. Het is echter een groot verschil tussen opknappen en gereed maken voor de komende vijftig jaar en afscheid nemen van je geschiedenis. De Kuip wordt door vele mensen terecht gezien als een icoon. Feyenoord haalt onevenredig veel punten in eigen stadion puur door de ambiance en de intimidatie. Ik ben een Feyenoordsupporter en geniet als Feyenoord succes heeft. Ik geniet echter nog meer van de cultuur die er rondom de club hangt. Deze past zo ontzettend bij Rotterdam. Natuurlijk zijn er scherpe randjes, maar het leven bestaat nu eenmaal niet alleen uit pracht en praal. Voorstanders van een modern nieuwe stadion met fout geld, glamour en weet ik veel wat nog allemaal meer kunnen niet begrijpen dat er supporters zijn die zoveel van de club houden dat de club belangrijker voor hen is dan succes. Het is een onoverbrugbaar meningsverschil. Het is daarom belangrijk dat er hoeders van de clubcultuur zijn zodat we geen Arsenal worden. Arsenal, eens een prachtige club fenomenaal beschreven in Fever Pitch van Nick Hornby, nu een lachwekkend medelijden opwekkend instituut.

 

De verandermanager

 

Ook ik heb enkele keren met mijn ogen moeten knipperen toen ik het woord verandermanager voor het eerst onder ogen kreeg.  Ik dacht aan een grap, een Barbapapa met een stropdas of een Barbamama in een mantelpakje. Het bleek echter serieuze materie te zijn en werd jaren geleden geïntroduceerd op de kantoorvloer. Enig zoekwerk leert dat een verandermanager zich bezighoudt met verandermanagement, ofwel het veranderen van de werkwijze en/of de structuur van een organisatie. Het ziet leuk uit op papier, maar in de praktijk komt er natuurlijk geen ruk van terecht.

Ik heb jaren voor een Groothandel gewerkt waarbij de structuur ongeveer als volgt in elkaar zat :

  • Inkoop koopt in
  • Leverancier levert aan
  • Goederen worden ingeslagen
  • Geheel administratief verwerkt
  • Klant koopt in
  • Groothandel levert bij klant
  • Geheel administratief verwerkt.

Tussendoor werden er tevens nog wat leveranciers en klantjes afgeblaft maar aan het einde van de rit was iedereen weer tevreden en sprintte om 17.00 juichend naar buiten, naar zijn of haar auto, of in mijn geval naar het fietsenhok. Deze succesformule had tot het eind der tijden volgehouden kunnen worden ware het niet dat er van hoger hand was besloten nieuw elan aan de organisatie te geven in de vorm van verandermanagement, aangezwengeld door de verandermanager. Ik had er weinig fiducie in. Uit een werknemersbestand waarin bijnamen rouleerden als Het Boze Oog, De Hakkelaar, De Merkenkiller, De Neerslachtige, De Nerd, El Gordo, Brein, De Dulle Griet, Zuur, De Kortingman, De Mozaïekman, de Peuk, de BEF M, Oma, De Rukker en de Hulk viel gewoon domweg niet veel te halen. Desalniettemin verzamelden we ons op een ochtendje onder het genot van een kop koffie en een petitfour in de kantine om de plannen aan te horen. De verandermanager werd geïntroduceerd. Het begin van zijn relaas kreeg ik helaas niet mee. De petitfour was aan mijn gehemelte blijven plakken en het kostte me nogal wat tijd en moeite deze met mijn vingers ervan af te schrapen. Ik ving nog net de laatste twee zinnen op :  “ Ik ga jullie werkwijze veranderen. “ en “ Ik ga jou veranderen. “

“Ik ga jou veranderen " had hij gezegd . Mijn hart sloeg over van geluk. Voor me stond een pracht van een uitdaging. Ik besloot meteen de koe bij de horens te vatten en vroeg een gesprek aan met de verandermanager. Dezelfde ochtend kon hij me al ontvangen. Er was een kantoor voor hem ingericht en deze zag er zeer georganiseerd uit. Alles was naar rechts gericht en de verandermanager zag er zelf ook onberispelijk uit. Zijn kostuum zat als gegoten, zijn pochet kleurde goed bij zijn kapsel, de schoenen waren glimmend gepoetst en zijn vlinderstrik was de kers op de taart. Hij was waarlijk een stoot om te zien. Ik liet hem even uitrazen en ving wat flarden op van " anders denken, barrières doorbreken, out of the box, multitasken " en meer van dat soort onzin. Ik nam het woord en stelde voor een rigoureuze inbreuk te doen op de traditionele bedrijfskolom. Ik was van mening dat je andere inzichten zou krijgen als je de verschillende onderdelen van plaats zou verwisselen. Ik had al wat op papier gezet zei ik, maar wilde een en ander nog even toetsen aan de praktijk. Om 16.09 uur sharp zou ik hem een presentatie geven. Hij schonk me zijn Kukident glimlach en heette me van harte welkom om 16.09 uur.

Ik besloot meteen aan de slag te gaan. Ik had het ingenieuze plan opgevat om in de bedrijfskolom de plek van de finale consument naar voren te halen en deze te posteren op de plek tussen aanlevering leverancier en aanleveren klant. Proefondervindelijk kon ik ontdekken wat de impact hierop zou zijn op de bedrijfsvoering .Ik stapte in de rol van de finale consument en liep naar de bedrijfskeuken voor een kurkentrekker. Uit de schappen haalde ik een fles Château Pétrus, een fles Clos de Vougeot en een fles Gevrey Chambertin. Ik nestelde me ergens in een hoek van het magazijn en klokte de drie flessen naar binnen. Om 16.03 stond ik op en waggelde naar het kantoor van de verandermanager. Om precies 16.10 uur startte ik mijn presentatie.

" Bzjjestttuh vranderrmenûzju. Bdrijfzzzzkolumnnm, hoepsjakeeee, zjangzjéééé. "

Hij bood me een petitfour aan en dat was nu net de aanmoediging die ik niet kon gebruiken. Als een stortdouche gooide ik mijn maaginhoud over hem heen. De vomite droop van zijn bakkes en als je niet beter zou weten zou je denken dat hij een masker van Dr. van der Hoog had opgesmeerd.  Het leek me beter om richting huis te gaan, zo geschiedde.

De volgende dag stond ik op met een flinke kater. Om 7.30 uur zat ik echter alweer op de fiets. Het regende en ik begon zienderogen op te knappen terwijl de koele regendruppels over mijn verhitte gezicht gleden. Op de Kandelaarbrug snoof ik de geur van weiden gevuld met mals gras en mest op en tufte in de Schie. Aan de horizon zag ik de metropool al leunend op de horizon blinken. Aan de andere kant lag Sufstad, net boven het gras uitstekend. In de verte zag ik, herkenbaar aan zijn karakteristieke stijl, de dude aan komen fietsen. De dude is niet zo van de regen en dat liet hij blijken ook. De laatste vier kilometer fietste hij al mopperend met me mee.

Bij het bedrijf aangekomen zag ik nog net dat de verandermanager een pakket van de plaatselijke stomerij aannam. Het bedrijfsongelukje van de dag ervoor noopte hem zijn kostuum te laten reinigen. Hij zag er koddig uit in een geleende overall. Dat hij de nacht had doorgebracht op zijn kantoor bleek uit een slaapzak die onder zijn bureau verfrommeld lag zag ik later. Ik voelde me weer op en top fris en nam plaats achter de gebruikelijke burelen.

De verandermanager leek wat minder fris van doen. Hij keek schichtig om zich heen en ontweek mijn blik. Het irriteerde me enigszins, alsof hij iets voor me te verbergen had. Inmiddels had hij een nieuw project geïnitieerd, QIPU, een afgeleide van FIFO. Als u enigszins op de hoogte bent van logistieke processen in een groot magazijn, dan weet u dat FIFO staat voor First In, First Out. Producten die eerder zijn aangeleverd moeten eerder het magazijn uit dan producten die later worden aangeleverd. Dit alles heeft efficiëntie en dus vooral kostenbesparing ten doel. QIPU, wat uit de hoed van de verandermanager kwam, stond voor Quick In Push Up. Het kwam erop neer dat producten nadat ze zo snel mogelijk waren ingeslagen middels een handig systeem in het magazijn omhoog gehesen zouden worden. Tijdsbesparing en vooral het besparen van magazijnruimte en zo een duidelijke beperking van het kostenplaatje. "Multidimensionaal denken gaat ons bakken met geld opleveren" stond ie te brullen terwijl hij me uitdagend aankeek. Het deed me deugd, hij had zijn zelfvertrouwen hervonden. In de tussentijd was ik naar de vlonder, die vijf meter boven het magazijn hing, gewandeld. Klokslag 13.00 uur meldde ik me hier altijd om te gaan lunchen met de dude en de Lange Dwarrel. Tussen de stoffige archieven en op een smerige ondervloer was dit elke dag weer ons intieme moment. Ik stond tussen de archiefdozen op zoek naar een pakbon van een reeds lang geleden ter ziele gegane slijter toen ik flink wat reuring opmerkte. Ik liep naar de reling en zag dat enige magazijnmedewerkers het principe van QIPU in de praktijk probeerden te brengen. Het ging niet van een leien dakje en dan druk ik me nog mild uit. Een pallet met advocaat schommelde vervaarlijk in de lucht terwijl kabels en touwen de boel in balans moesten houden. Met het zweet op zijn voorhoofd en overslaande stem stond de verandermanager bevelen te geven. De pallet kwam dicht bij de reling zodat ik een van de kabels kon vastpakken. De verandermanager raakte totaal in paniek en begon hysterisch naar me gillen. Ik kon  niet helemaal goed verstaan wat hij gilde, maar het leek op klootzak maar het was waarschijnlijk broodzak. Dat zou kunnen, aangezien het inmiddels 12.59 was geworden. Tijd voor de lunch! Ik zag de dude en de Lange Dwarrel aan komen lopen en liet de kabel voor wat ie was. De pallet maakt een flinke duikvlucht en tien dozen advocaat stortten naar beneden. Ik keek nog net in de angstige ogen van de verandermanager voordat hij bedolven werd onder zestig flessen advocaat. Ik genoot van mijn lunch, deed mijn ding in de middag en verliet het pand om 17.00 uur, op weg naar mijn fiets.

De volgende ochtend was ik weer vroeg op. Om 7.30 stond ik op de Kandelaarbrug. Geen dude op dit tijdstip helaas, het was nog te vroeg voor hem. In de verte zag ik Sufstad liggen en zwaaide naar Ome Beertje, die ongetwijfeld  nog onder zeil lag. Bij het bedrijf zag ik een inmiddels bekend tafereel. De verandermanager stond in een overall een pakket van de plaatselijke stomerij in ontvangst te nemen. Ik groette hem en hij trok wit weg, witter dan het verband om zijn hoofd. We kregen die ochtend een mail van de afdeling Personeelszaken. Er was een vrijwilliger nodig om de verandermanager te assisteren met een nieuw project. Hij had het plan opgevat het logistieke systeem van de chauffeurs totaal om te gooien. Daar deze niet bekend stonden om hun flexibiliteit dacht ik dat de verandermanager wel wat hulp kon gebruiken. Via mijn mol op de afdeling Personeelszaken kwam ik erachter dat ik de enige was die zich als vrijwilliger had opgegeven. Ik sloop naar het kantoor van de verandermanager en zag nog net dat de functionaris van de afdeling Personeelszaken hem een briefje overhandigde. Een briefje met de naam van de vrijwilliger. Er kwam een dierlijk gegrom uit de keel van de verandermanager. Het geluid leek nog het meest op die van een weerwolf. Ik zag hem wegglippen en het was nu zaak hem te volgen en in de gaten te houden. Vanaf de eerste minuut al vertrouwde ik hem niet. Het werd tijd deze charlatan te ontmaskeren. Na een kwartier zoeken vond ik hem in een afgelegen hoekje van het magazijn en ik kon mijn ogen niet geloven. De rat had mijn geweldige plan, inbreuk doen op de traditionele bedrijfskolom, gejat. Een anderhalve literfles Wodka stond verticaal zonder dop naar beneden op zijn smoelwerk. Met bloeddoorlopen ogen en een beschonken kop keek hij me aan. “ Kom in mijn armen jij olijke prins van me “ nodigde ik hem uit. Hij slenterde naar me toe, legde zijn hoofd op mijn schouder en begon te grienen terwijl ik aan zijn oorlel begon te knabbelen. “ Luister usurpator “ fluisterde ik hem toe. “ Ik ben je voor eeuwig dankbaar. Je hebt me op indrukwekkende wijze weten te veranderen. Eens was ik een gevoelloze bruut zonder empathisch vermogen. Nu ben ik een sociaal mens die alleen nog maar oog heeft voor het leed van anderen. “ “ Echt waar? “ begon hij te hijgen. “ Wat dacht je zelf? ’ zei ik en plantte mijn knie met lichtsnelheid in zijn kruis. Hij zeeg ineen. De bloedlijn zou hier eindigen. De stamboom schudde zijn droge herfstbladeren van zich af en verschrompelde tot een dor aanmaakhoutje.

Dit zijn zomaar enkele voorbeelden waaruit blijkt dat verandering en vooruitgang niet zaligmakend zijn. Ook deze lijst is oneindig lang. Koester het verleden en vergeet het heden en vooral de toekomst. Vroeger was alles beter en denk maar :  Wat nu klote aanvoelt is over vijf minuten de mooiste tijd uit je leven.

 

Foto : Raymond Swaep

 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o