Ik ben een tijdje lid geweest van een lees – en schrijfclubje. Iedere woensdag kwamen we samen om boeken door te nemen en elkaar teksten voor te dragen die we thuis hadden gemaakt aan de hand van een kleine opdracht. Het was een stel van diverse pluimage dat wekelijks bij elkaar kwam. Verveelde Gooi-achtige vrouwen, mentaal zeer breekbare sujetten, stukken krapuul waarvan ik nu nog steeds niet durf te zeggen wie of wat het was en arrogante zichzelf kunstkenners noemende blaaskaken. Feitelijk was ik het enige stabiele element in het gezelschap. Het deel waarin we gelezen boeken doornamen vond ik het minst interessant. De boeken die behandeld werden waren de gebruikelijke keukenromans waarmee je wordt doodgegooid in de zogenaamde kunstbladen. In deze flutboekjes ontbreekt iedere vorm van analyse van de ontaarde menselijke ziel. Het zijn de gebruikelijke huis-tuin-en keukenprobleempjes die middels personages van bordkarton bij de lezer worden neergelegd. Vanaf de derde alinea kun je d