Doorgaan naar hoofdcontent

Een doodgewone dag

 



U kunt het zich misschien haast niet voorstellen dat iemand zoals ik, iemand die een leven heeft dat bol staat van passie, dynamiek en prikkels, ook wel eens een doodgewone dag heeft. Laat ik nu toevallig recent zo’n dag hebben beleefd.

 

We schrijven een zaterdagmorgen en ik heb net op mijn ING app kunnen zien dat mijn salaris is gestort. Ik werk voor een producent van boterbabbelaars en mijn werkgever is zeer secuur in het maandelijks overmaken van het salaris. Klokslag iedere 26e van de maand wordt mijn rekening -courant gevuld. In het bedrijf ben ik verantwoordelijk voor het toevoegen van de bastaardsuiker aan de substantie die in het productieproces wordt omgevormd tot de vermaarde boterbabbelaar. De boterbabbelaar staat bekend om zijn karamel-achtige smaak en door diens hardheid verleent het snoepje de ultieme zuigbeleving.

Mijn net gestorte salaris gaf me de mogelijkheid bij de warme bakker een partij broden in te slaan. Ik trok mijn jas aan, pakte een flinke rugzak, duwde de deur achter me dicht en besloot via een omweg naar de warme bakker te lopen. Vlak bij mijn huis is er een kleine vijver. Aan de oever van de vijver stond een oud vrouwtje de aanwezige eenden brood te voeren. Ik ging naast het besje staan en tuurde aandachtig naar de groep eenden. Ze leken allemaal op elkaar, op eentje na. Deze was groen terwijl de andere eenden bruin en wit waren. Ik bekeek de eend nog eens goed, er was iets mee. Ik stootte het vrouwtje aan en zei : `Kijk daar. Een vreemde bijt in de eend.`

`U bedoelt een vreemde eend in de bijt?` vroeg het besje.

`Nee moedertje. Ik bedoel een vreemde bijt in de eend.` 

Ik weet niet waarom, maar ineens begon ze te tieren.

`Zit je me nu in de maling te nemen jongmens? Scheer je weg!!!`

Zoveel onrecht kon ik niet over mijn kant laten gaan. Ik balde mijn linkervuist en liet deze onder haar wuitenkop hangen.

`Kijk dan toch eens goed naar de bibs van de groene eend ongelukkige. Er zit een tandafdruk in. Iets of iemand heeft een hap uit zijn of haar reet genomen. Er zit een vreemde bijt in de eend.` Nadat ik me had omgedraaid hoorde ik nog net `Hellup!!! Red me! Ik kan niet zwemmen!` voordat ik de hoek omsloeg.


Het was niet druk bij de warme bakker.

`Zegt u het maar mijnheer,` zei het dienstertje achter de toonbank.

`Doet u mij maar zeven zuurdesembroden mevrouw.`

`Mag ik u complimenteren met deze wijze keuze mijnheer. Ondanks de tegenstrijdige berichtgeving heeft zuurdesembrood wel degelijk een meerwaarde ten opzichte van bijvoorbeeld volkorenbrood. De zuurdesem is goed voor de darmen, u krijgt er een regelmatige stoelgang van. Gezien het feit dat u zeven zuurdesembroden koopt neem ik aan dat u een onregelmatige stoelgang heeft en te pas en te onpas moet poepen.` `Nee hoor,` zei ik. `Ik poep mijn hele leven al zeer regelmatig. Na de eerste slok koffie ’s ochtends om 6.25 uur daalt de boel in. Het lukt me net de boel te rekken tot en met het NOS journaal van 6.30. Hierna doe ik mijn ding en bekijk daarna het RTL journaal van 6.30 met de hulptoets begin gemist.

Eenmaal buiten schoot me te binnen dat de pindakaas op was. Er is niks heerlijkers op deze aardbol dan een lauwwarme boterham met pindakaas erop. Via de Bergweg liep ik naar de Bas en ook daar was het niet al te druk. Binnen twee minuten stond ik weer buiten. Het was tijd om op huis aan te gaan. Op weg naar huis kwam ik een vage bekende tegen.

`Wat heb je gekocht?` vroeg hij al wijzend op mijn rugzak.

`Zeven broden om te breken, maar zonder vis en een pot pindakaas. Deze pindakaas is gemaakt van honderd procent pinda’s en bevat gezonde vetten. Hierdoor heeft de pindakaas een cholesterolgehalte verlagend effect en geeft je de kans op een langere levensduur bij regelmatige consumptie. Let wel: bij regelmatige consumptie.

`Ja, ja,` mompelde ie. `Waar heb je die pindakaas gekocht?`

`Bij Bas van der Heijden.`

`Dat kan niet,` zei ie op een nogal irritante wijze. `Bas van der Heijden bestaat niet meer.`

`Dat lijkt me sterk,` zei ik. ‘Ik kom er nochtans net vandaan.`

`Ze heten nu Dirk,` klonk het nogal wijsneuzerig uit zijn bakkes.

`Dirk van der Heijden?` Ik kreeg nu toch vaag het idee dat hij met mijn kroonjuwelen zat te jongleren. Ik had genoeg gehoord. Ik balde mijn vuist, liet deze stijgen tot de hoogte van zijn voorhoofd en streek een scheiding in zijn haar voordat hij neerging.

Thuis smeerde ik drie boterhammen met pindakaas, vulde een mok met dampende koffie, pakte een boek en ging op de bank zitten. De rest van de dag wisselde ik het lezen van hoogwaardige literatuur af met het voor me uitstaren. Voor ik het wist was het 16.30 uur. Het werd tijd voor een lekkere versnapering. Ik hees mijn wollen sokken op, trok mijn sandalen aan en sloeg mijn duffelse jas om mijn welgevormde schouders. Ik duwde de buitendeur dicht en luisterde. Ik hoorde het kletteren van vloeistof op gedeeltelijk steen en gedeeltelijk groen organisme. Er stond een hond in mijn geveltuin te pissen. De eigenaar van de hond, gekleed in een gele broek met daaronder hippe crocs aan zijn misvormde voeten, stond erbij te lachen en zei : `Dat doet ie nu thuis nooit.`

`Als je voeten koud worden en je neus doet pijn, dan staat je hond in iemands geveltuintje te pissen.`

`Euh,….whaa?` probeerde hij nog.

Het was te laat. De klap kwam onverwacht en snel. Hij vloog uit zijn crocs. Ik heb de crocs later nog op internet voor een goede prijs kunnen verkopen.

Het loopje op en neer naar de kwaliteitsslijter nam niet meer dan twintig minuten in beslag. Thuis trok ik de gordijnen dicht en haalde een flinterdun Spiegelau bierglas uit mijn buffetkast. Dit glas past perfect bij het bier dat ik voor die avond had gekozen, Russian Imperial Porter. Ik goot het onyxzwarte vocht van twaalf procenten zachtjes in mijn glas. De geuren van teer, drop, bittere chocolade en koffie gleden vanuit het glas mijn neus in. `Die Catharina de Grote had wel smaak` hoorde ik mezelf zeggen.

Wat een prachtige dag, doodgewoon, maar prachtig!

 

Foto : Raymond Swaep


Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o