Doorgaan naar hoofdcontent

Trammetje 8

 


Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel.



Er is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de Noorderbrug bij het Noordplein of daar waar de Rotte het Oude Noorden in meandert, de Rottebrug. Als je op de Noorderbrug staat zie je beneden in een kuil het Noordplein liggen. Achter het Noordplein duik je via de Noordmolenstraat een labyrint van smalle straatjes, pleintjes en groengordels in. 









Het vreemde verschijnsel doet zich nu voor dat vlak voor zonsondergang soms vanaf het Noordplein dikke nevel opstijgt en het Oude Noorden instroomt. Dit is op zich niet bijzonder, nevel is een veel voorkomend verschijnsel in de herfst en in de winter. Wat het echter zo bijzonder maakt is het feit dat het zich heel plaatselijk voordoet. Als het Noordplein is gehuld in nevels ligt achter je Crooswijk nog te blinken in de laatste zonnestralen.
Ditzelfde fenomeen doet zich voor als je op de Rottebrug staat. Als Het Kleiwegkwartier en Hilligersberg nog staan te stralen in de laatste zonnestralen zie je vanaf de Rotte de nevel opstijgen. Een deel van de nevel duikt via de Soetendaalsekade en het Zwaanshals het Oude Noorden in terwijl een ander deel van de nevel begraafplaats Crooswijk instroomt. Ik heb hier enkele jaren geleden gestaan toen het fenomeen plaatsvond en ik meende vanaf de begraafplaats bijzondere geluiden te horen. Het leek op het geluid van stenen platen die werden verschoven en het gegrom wat ik hoorde had niets menselijks, het klonk meer als een wilde hond. Ik heb er verder geen aandacht meer aan besteed en wijdde het aan de vele trappisten die ik die avond had gedronken.

Tram 8 doorsnijdt het Oude Noorden. Via de Bergweg en de Benthuizerstraat buigt de tram naar links en vervolgt zijn weg over de Zaagmolenstraat naar de Zaagmolendrift en de Rotte. Dit gedeelte van deze lijn gaat in de nabije toekomst verdwijnen. Wat resteert zijn herinneringen aan een tram die jaren een oer-Rotterdamse wijk heeft doorkruist. Er zijn ook andere herinneringen aan tramlijn 8.








Jaren gingen voorbij en heb ik nauwelijks meer aan de geruchten en vreemde verhalen gedacht……………….tot vorige week. 
Ik was van plan om op zaterdagmiddag een flinke fietstocht te gaan maken door de stad en wat foto’s te schieten. Er hing een hardnekkige mist en in plaats van te fietsen besloot ik een middagje te gaan grasduinen in het stadsarchief. Na een uurtje snuffelen stuitte ik op een reisverslag van zeven jaar geleden. Het was het reisverslag van een man die vermoedelijk uit het Verenigd Koninkrijk kwam maar hier is opgegroeid. Hij is enige dagen in onze stad is geweest en heeft het Oude Noorden zowel overdag als ’s avonds bezocht. Het verslag begint informatief, maar verzandt in een warrig, apocalyptisch soms zelfs huiveringwekkend relaas. Dit zal mede zijn veroorzaakt door het feit dat hij zijn verslag eerst heeft opgenomen met een dicatafoon en daarna heeft getranscribeerd. Dat stond althans op het bijschrift in het archief. Mijn interesse in het fantasierijke verslag komt vooral door de voeding die het geeft aan de geruchten die over het Oude Noorden rondgaan. Ik heb stiekem foto’s van het verslag genomen en deze op mijn laptop gezet. Hieronder vindt u de weergave van het reisverslag van de man wiens naam en verblijfplaats mij niet bekend is.




Eindelijk is het zover en heb ik mijn eerste stappen gezet in de stad waar ik jaren geleden ben opgegroeid. Wat is de stad veranderd. De kale vlaktes zijn weg en opgevuld met massieve torens van staal en glas. Als ik aan de oever van de zwarte rivier sta zie ik aan de overkant de landtongen bijkans doorbuigen onder het gewicht van het architectonische geweld. De in zichzelf gekeerde stad die ik jaren geleden heb verlaten voor de Hooglanden in het noorden heeft zich ontwikkeld tot een grote trekpleister. Architectuur en aantrekkelijke verblijfsruimte gaan hier hand in hand. De oude wijken die tegen het centrum zijn aangebouwd weerspiegelen nog de oude stad en zijn inmiddels verworden tot aantrekkelijke woonwijken waarheen ook de toeristen hun weg hebben gevonden. Een van die wijken is het Oude Noorden, waar ik nu doorheen loop. Ik ken de verhalen, de geruchten over de wijk, als de nevel komt en de zon ondergaat. De afdeling marketing van de stad heeft ongetwijfeld onze verhalen over Nessie goed bestudeerd. Het heeft de wijk geen windeieren gelegd, ik ben zeker niet de enige toerist die hier rondloopt. Het is een vrolijke boel, de versmarkt op het Noordplein, de volle cafés en restaurants, de winkelstraten, de smalle woonstraatjes, de Rotte, de Bergsingel en tram 8 die de wijk als het ware in tweeën deelt. Ik heb een geweldige ochtend en voormiddag en neem nu het besluit om de wijk rond zonsondergang, tegen zessen, nogmaals te bezoeken. 

Het is nu half zes en ik sta op de Noorderbrug. Voor me ligt het Noordplein. De kooplui hebben hun spullen ingepakt en het plein is weer voor de indrukwekkende in herfstkleuren getooide bomen. Achter me werpt de ondergaande zon zijn laatste stralen over de Rotte. Verderop aan het Noordplein is het nog een drukte van jewelste bij de Noordmolenstraat. De temperatuur is aan het zakken voel ik, er hangt vocht in de lucht. Vreemd. Is de afdeling stadsmarketing nu zo voortvarend te werk gegaan door zelfs nevelroosters in het Noordplein te metselen? De nevel stijgt op vanaf de kasseien. Aan de rotte schijnt de zon nog maar de nevel hier aan het Noordplein wordt dikker en dikker. Het beneemt me haast de adem. Wat is dit? Een act? Ik ben nu helemaal omringd door nevel. Hallo!! Hallo!! Is daar iemand? Ik ga nu maar lopen. Het is doodstil en ik kom geen mens meer tegen. Dit is vreemd, dit is heel, heel vreemd!!! Waar zijn de huizen die hier net stonden? Godverdomme. Wat is dit? Word ik in de maling genomen of zo? Krotten met tuinen overwoekerd door onkruid. Hou je kop erbij, hou je kop erbij!!! Waar is iedereen gebleven? Niks dan mist en stilte. Ik heb geen idee waar ik nu loop. 









Wacht! Ik hoor iets. Piepen, krassen, schuren, daar in de mist. Allejezus, wat doemt daar in vredesnaam op uit de mist? Een tram? Tram 8. Jezus. Wat is dat gejank in die zijstraten? Ik vind dit niet echt leuk meer. Snel naar de tram. Wat een oud bakkie. Stop! Stop! Ik wil mee. Hij doet de deuren open. Is dit tram 8 naar het centrum? Godallemachtig. Die ogen! Hij kijkt gewoon door me heen. Waarom zegt ie niks? Dat gezicht, die huid! Wat is dit? De tram is leeg. Ik ben de enige. Hij sluit de deuren en rijdt weg! Wat hobbelt de tram, alsof de wielen niet goed zijn. Laat me eruit!!! Laat me eruit klootzak!!! Hij lacht me gewoon uit. Die tanden! Het is haast niet menselijk. Gelukkig, hij opent de deur. Die sporen. Die rode sporen van de wielen. Jezus!!! Dat is bloed! Die wielen. Dat kan niet!!! Dit is een nachtmerrie!!! Die gezichten in die wielen, ze kijken me aan. Nee!!! Nee!!! Wielen van huid, vlees. Lijken!!! Lichamen!!! De wielen zijn van mensen gemaakt. Dat gejank overal! Ik word gek!!! Wat gebeurt daar? Jankende mensen worden de tram in gesleept. Hij komt terug. De tram komt terug!!! Remise staat erop. Remise!!! Hij gaat naar de remise met die mensen! Grondstoffen! Grondstoffen voor nieuwe wielen. Hij stopt!!! Ze willen me meenemen. Over mijn lijk. Hier pak aan!!! Die kwam aan, ik sla ‘m zo een paar tanden uit zijn bek. Ik stop ze maar in mijn linker broekzak. Rare tanden, scherp en puntig. Weg nu!!! Weg ga ik. Weg uit deze nachtmerrie!!!

Hier stopt het  verslag. Het ziet eruit als een grote grap, maar toch, toch, het fascineert me. Ik besluit nogmaals naar het archief te gaan en wat over de auteur te achterhalen. Het is een zonovergoten dag als ik bij het archief ben. Ze hebben geen idee waar ik het over heb. ‘Er bestaat geen reisverslag over het Oude Noorden,’  wordt me verteld. Ik twijfel even, ik heb nochtans illegaal foto’s gemaakt. Toch besluit ik mijn telefoon te pakken en de foto’s te laten zien. Hoe kan dit? De foto’s staan niet meer op mijn telefoon. Heb ik ze dan in alle opwinding gewist? De medewerker van het archief staat me meewarig aan te kijken. ‘Sorry,’ zeg ik en ik loop weg. Gelukkig staan ze nog op mijn laptop. Thuis open ik mijn laptop en wil de foto’s tevoorschijn toveren,………..maar ze staan er niet op??? Nergens te vinden, ook niet in de cloud. Wat is dit in vredesnaam? Hoe kan dit? Ik sta voor het raam en staar naar buiten. Ik stop mijn hand in mijn linker broekzak en voel iets scherps. Ik haal er drie puntige tanden uit.







Foto's Oude Noorden :  Raymond Swaep




























Reacties

Populaire posts van deze blog

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o