Doorgaan naar hoofdcontent

Het Ultieme Niets.

 


U kent het wel. U mist de bus, de trein, u verslaapt zich en hierdoor mist u een belangrijke gebeurtenis of bijeenkomst. Iets waar u zo naar uitgekeken heeft is volkomen langs u heen gegaan.

Ik volg al jaren de Champions League zo goed als niet meer. Het is een voorgekookte competitie geworden waarbij, door de clubs zoveel mogelijk wedstrijden te laten spelen, de usual suspects altijd weer bij de laatste acht komen bovendrijven Alle verrassing is eruit geslagen, maar blijkbaar kan dit het grootste deel van de voetbalsupporters niks schelen. De laatste vijftien edities zijn gewonnen door Real Madrid en ondanks de investeringen van drie triljard is het Paris St. Germain nog steeds niet gelukt verder te komen dan de halve finale.

Zoals gezegd, ik volg het allemaal haast niet meer…………….tot dit jaar. De datum 19 mei 2040 staat vet omcirkeld in mijn agenda. Het is haast niet te geloven, maar mijn club, die club uit het legendarische stadsdeel Zuid, speelt dit jaar de finale. De tegenstander is Panathinaikos, ook geen hoogvlieger in het grossieren van prijzen. Beide clubs hebben een ongekende serie overwinningen achter de rug. Overwinningen die hen tot de finale heeft gebracht. Van alles is er geprobeerd om de clubs uit de finale te houden, maar het is die corrupte UEFA domweg niet gelukt. Voor het eerst sinds tientallen jaren is er geen finale tussen twee usual suspects. Er is nog iets leuks aan de finale dit jaar. Het is allemaal contractueel vastgelegd. Eens in de tien jaar dient een finale gespeeld te worden in een land waar het eind mei geen veertig graden is. Geen Qatar, Bahrein of welke zandbak dan ook. Dit jaar vindt de finale plaats in Glasgow, in Celtic Park.

Het is een understatement te zeggen dat ik er eindelijk weer eens een keer zin an heb. Grote Geeuw, Ome Beertje en Ome Rellen zitten vol opwinding en met blossen op hun wangen zo rood als vers bloed bij mij thuis op de bank te wachten op hopelijk mooie dingen. Ome Harry komt ook. Nu is het zo dat Ome Harry voor een andere club in ons land is. Er zijn serieuze gesprekken gevoerd. Hij heeft met zijn hand op zijn hart beloofd dat hij niet zal gaan lachen als we verliezen. Saillant detail is daarbij ook nog dat hij een groot liefhebber van Griekenland is. Hij is er al minstens twintig keer geweest en heeft er zelfs een tijd gewoond. Hij moest ons over de streep trekken en dat is hem goed gelukt met zijn aanbod een grote rugzak vol met Trappisten mee te nemen. De bel gaat, daar zal je hem hebben.

Trappisten, wat kan ik er nog meer over zeggen? We drinken het ons ganse leven al. Het is onze moedermelk. Ik heb al diverse keren in mijn blogs mijn liefde voor de Dubbele Bruine van Westmalle beschreven. Wat mij betreft stoppen ze deze bij de Schijf van Vijf en maken hiervan de Schijf van Zes. De Dubbele Bruine van Westmalle schenkt ons geestelijke gezondheid. De broodnodige geestelijke gezondheid en blijdschap. Ondanks het feit dat wij hier ons dagelijks laven aan de zoete nectar van de welvaartsmaatschappij zie je toch zoveel boze, ontevreden mensen om je heen. Ze willen meer, nog meer, zijn niet tevreden met wat ze hebben. Dagelijks zien ze ongeveer honderd keer op Social Media dat andere mensen zoveel meer hebben. Ze hebben niet door dat dit hoax is, een luchtkasteel. Dit even terzijde, terug naar de Trappisten.

Het is uiteraard niet alleen de Westmalle Dubbel die ons vreugde geeft. De Westmalle Tripel bijvoorbeeld is een ongekend lekker bier, volkomen in balans. Het is gehopt goud en niet voor niks de beste Tripel ter wereld. De Orval, een Trappist die zich op fles verder ontwikkelt. Nergens ter wereld vind je een vergelijkbaar bier. De smaak is uniek. Rochefort, of het nu 6,8 of 10 is. Stelt u zich een zaterdagmiddag in de herfst voor. U staat in de keuken een stoofpot te bereiden. De regen slaat tegen het raam, bontgekleurde herfstbladeren dwarrelen van de bomen en vanuit de boxen klinken de prachtige klanken van Kind of Blue van Miles Davis. U schenkt zich een Rochefort in en tonen van druiven, vijgen, pruimen, hop, rozijnen en kardemom bestuiven uw neusvleugels. Veel mooier wordt het niet.

Ome Harry heeft een ruim assortiment meegenomen en dit in combinatie met wat we al hebben staan geeft ons genoeg kruit om te schieten. We hebben het reuze naar ons zin en we voelen de spanning stijgen. Ome Rellen kijkt om de vijf minuten op zijn pols om de tijd te checken alhoewel hij al dertig jaar geen horloge meer draagt. Geeuw heeft op zijn telefoon teletekst op gezet zodat we laatste ontwikkelingen kunnen volgen. Ome Beertje trekt de zoveelste fles open. De wedstrijd begint om 18.00 uur, het is inmiddels 17.55 en de spelers staan klaar om het veld te betreden. Een oorverdovend kabaal rolt van de tribunes en dan wordt alles om me heen stil……………heel erg stil.

Ik open mijn ogen zie niks. Niet dat ik blind ben, maar ik zie gewoon niks. Er hangt een dikke mist om me heen en deze is zo dik dat ik zelfs mijn eigen lichaam niet zie. Ik hoor ook helemaal niks, er zijn geen geluiden. ‘Help!!!, roep ik. ‘Waar ben ik?’ Zelfs mijn eigen stem hoor ik niet galmen, ik hoor deze alleen in mijn hoofd. Ik begin te schuifelen en te lopen. Ik buk om de grond aan te raken maar voel niks, zelfs niet als ik heel diep buk. Ik ga zitten en ook nu voel ik niks, alsof ik zweef. Ik kijk op mijn horloge. Deze geeft 17.55 aan, maar staat stil. Ik weet niet hoe lang ik heb geschuifeld of gelopen maar opeens hoor ik in de verte een stem. ‘Welkom’. Ik probeer richting de stem te lopen, maar ik heb geen idee waar ik ben of waar ik heen moet.

‘Wie ben je? Waar ben ik? Waarheen moet ik lopen? ‘ roep ik.

‘Er is hier geen afstand of tijd. Er is hier niks, geen enkele dimensie. Je bent hier in het Ultieme Niets. ‘

‘Het Ultieme Niets? Wat is dit voor waanzin. Wie en waar ben je? ‘

Geen antwoord.

‘Wat is dit voor grap? Ik zat voetballen te kijken. Hoe kom ik hier?’

‘Je bewustzijn is van je lichaam gescheurd. Je bent daar nog wel, maar ook weer niet. Je bewustzijn is hier. Ieder mens overkomt dit. Het stelt de mens in staat diens nederigheid te aanvaarden en tijdelijk afstand te nemen van het gehaaste, jachtige leven. ‘Dan heb je de verkeerde uitgekozen! Mijn leven is alles behalve gehaast. Met staren en contempleren vul ik mijn dagen. Hallo??? Hallo??? ‘ De stem is verdwenen. Ik heb geen idee hoe lang ik stil sta of schuifel, maar op een gegeven moment begint alles te draaien.

Ik open mijn ogen en ik hoor gegil en gejank van pure vreugde. Geeuw, Rellen en Beertje zijn in elkaars armen gevallen. ‘ We hebben ‘m ‘ krijst Geeuw. Ik kijk op mijn horloge, deze geeft 20.37 uur aan. Ik zet teletekst op en zie dat we de Champions League hebben gewonnen. Het is 7-6 geworden na verlenging en de kenners en de analytici zijn het er unaniem over eens dat het de spectaculairste en beste wedstrijd is geweest die er ooit is gespeeld. Ik kijk de kamer rond en zie overal lege flessen Trappist. Mijn oog valt op de servieskast. Deze is leeg? Waar is mijn Wedgwood servies? Ik kijk door het raam en zie Ome Harry in de tuin de borden kapot gooien. Hij kijkt me aan met een sardonische grijns. Ik ben er nog steeds niet uit of hij een aloude Griekse traditie in stand wil houden of puur uit woede en frustatie mijn servies naar gort gooit.

‘We hebben ‘m papa,’ zegt Ome Beertje. ‘En weet je wat nu het leuke is? Weet je wat die andere club daar bovenin dit seizoen allemaal heeft gewonnen? ‘

‘Nou? ‘ vraag ik.

‘NIETS! HET ULTIEME NIETS!


Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o