Doorgaan naar hoofdcontent

Pretenties






Als ik ergens een broertje dood aan heb dan is het aan pretentieuze mensen. Ze stralen arrogantie en hooghartig gedrag uit en wanen zich een alwetende orakel. In de praktijk blijkt dat echter toch telkens weer flink tegen te vallen. Dagelijks kom je dit soort heikneuters tegen en het zou een dagtaak vergen een ieder van repliek te dienen. Pretentieus gedrag uit zich in het zogenaamd bezitten van veel kennis omtrent onderwerpen als bijvoorbeeld architectuur, kunst, literatuur en wijn. Een ontmoeting met een pretentieus persoon ontaardt bij mij vaak in een frontale botsing. Wel behept met gedegen kennis sla ik de pretentieus met keiharde feiten om de oren. Na de oorwassing druipen ze gedesillusionneerd af. Steevast is mijn reactie : Pretenties? Pas moi. “ Pretentieus gedrag uit zich in vele vormen en verbindt zich met diverse onderwerpen. Ik zal er enkele met u doornemen.

Museum


Een ideale plek om mensen met pretenties te ontmoeten is een museum. Het wemelt op deze plek van de heikneuters die u op werkelijk tenenkrommende wijze laten “ genieten ” van hun sterk tekort schietende kennis over kunst. ( u kunt de begrippen pretentieus mens en heikneuter gerust als synoniemen beschouwen ) Waar een normaal mens een object bekijkt en in zijn gedachten met het kunstwerk in gesprek gaat, vindt de pretentieus het nodig op luidruchtige wijze een rammelende analyse op het kunstwerk los te laten. U herkent ongetwijfeld de volgende situatie: een heikneuter staat met een volgertje in een druk bezochte museumzaal voor een abstract werk. Hij of zij overstelpt het volgertje met de ene na de andere misplaatste theorie omtrent het kunstwerk, onderwijl zijn/haar wijsvinger enkele millimeters van het object houdend. Het kippennekje draait zich honderdtachtig graden in het rond en probeert contact te krijgen met zaalgenoten. Bij zulke momenten staan mijn tenen gekromd in mijn schoenen en ballen mijn vuisten zich tot loden kogels.

Schilderkunst


Ergens in de loop van de twintigste eeuw heeft de “kunstelite” besloten afscheid te nemen van de figuratieve ( schilder ) kunst. Het bekijken van bijvoorbeeld een schilderij van de Leidse fijnschilder Gerard Dou werd als oubollig en verraad aan de kunst gezien. Gerard Dou, een meester in het weergeven van de stoffelijke werkelijkheid in olieverf, werd afgedankt als een leproze bouvier. Abstracte en abstract - expressionistische kunst nam de plaats in van de Oude Meesters en het werd na verloop van tijd gekker en gekker. Kunst had niks meer met schoonheid van doen, maar moest vooral een blauwdruk zijn van een gefermenteerde geest. Honderden bezoeken aan musea en jarenlange bestudering van de diverse perioden in de schilderkunst hebben mij een dermate stevige basis verschaft een onbevooroordeelde mening te kunnen geven over de schilderkunst. Mijns inziens is de abstracte schilderkunst een vorm van kunst die zich openbaart bij talentlozen en waarbij pretentieuze warhoofden met semi – psychologische beschouwingen het kunstwerk een spirituele diepgang proberen te geven. Een bohemien die onder invloed van alcohol en een afgedwaalde geest een niet te verteren kunstwerk maakt die voor de normale mens niet te begrijpen is en slechts is voorbehouden aan de crème de la crème van de kunstminners; hoe voorspelbaar kun je het hebben? Pizza eten op de Piazza Navona is minder cliché

Ik weet niet of u wel eens een “schilderij” van Mark Rothko heeft gezien, maar bij het bekijken van zo’n schilderij bekruipt mij sterk het gevoel dat ik danig in de maling word genomen. Rothko is bekend om zijn kleurvlakken. Drie, vier of vijf kleurtjes op een doek, meer is het niet. Onze pretentieuze kunstminner maakte er een psychologisch web van en de veilingmeester wrijft zich in de handen. Rothko, God hebbe zijn ziel, maakte een einde aan zijn leven. Volgens de pretentieuze kunstliefhebbers was die aankondiging al in zijn schilderijen te zien. Hij zou zichzelf een hoek in hebben geschilderd en hierdoor nog maar één uitweg hebben gehad, zelfmoord. Ik heb het er niet uit kunnen halen. Daarentegen kan ik me wel voorstellen dat ie zo schrok van zijn beroerde schilderkunst dat de daad onvermijdelijk werd.

The Godfather op schildergebied voor de heikneuters is Jackson Pollock. Jackson Pollock is beroemd geworden door zijn manier van “schilderen “. Hij deed aan “action painting “, afdeling “dripping.” Als u op internet een filmpje opzoekt van Jackson Pollock dan schiet u ongetwijfeld in een lachstuip. Pollock legt een laken op de grond, schuift een peuk in zijn mondhoek, neemt een potje verf, steekt de kwast erin,  “beats the little devil” à la Bob Ross en laat de verf dan losjes op het doek druipen. Een nieuwe “sensationele schildervorm “ was ontstaan en de pretentieuzen duikelenden over elkaar heen om hun passie hiervoor wereldkundig te maken. Ik moet altijd weer aan een oude reclame van Witte Reus denken als ik zo’n filmpje zie. De reclameslogan wast een berg, kost een beetje is moeiteloos over te zetten naar een schilderij van Pollock, was niet moeilijk, kost heel veel. Schilderijen van Pollock behoren n.l. tot de duurst geveilde ooit.

Ook ons land heeft een prutser voortgebracht waarvoor de pretentieuze kunstliefhebber massaal voor op de knietjes gaat, Karel Appel. In een beroemd filmpje gooit hij als een zot klodden verf op een doek. Hij lijkt zichzelf totaal niet in de hand te hebben en als een dronkeman gaat hij met de materie tekeer. Als reactie op zijn performance zegt hij dat hij maar wat aanrotzooit. Zelfkennis was hem niet vreemd, hij rotzooide inderdaad maar wat aan. Onze progressieve medemens omarmde de look a like van Ron Jeremy en de kunstwereld was weer een dwaas rijker.

Pretentieuze mensen proberen waardeloze kunstwerken psychologische diepgang te geven. Helaas heeft dit onzinnige hippie geneuzel weinig effect. Een prutswerk blijft een prutswerk. Hoe anders ben ik……………… Ik beoordeel het kunstwerk puur op artistieke kwaliteiten in combinatie met de sociale, maatschappelijke en geschiedkundige context waarin het kunstwerk is gemaakt. Een Oude Meester is voor mij niet alleen een kunstwerk, maar ook een tijdmachine waarmee ik tijdelijk in een ander tijdperk kan vertoeven en met mijn voelsprieten ragfijn deze context kan ontleden.

Een van mijn lievelingsschilders is Ilya Repin, een Russische schilder die zich specialiseerde in realistische schilderkunst en onderdeel was van de sociaal – realisten. Repin heeft o.a een schitterend portret gemaakt van Lev Tolstoj, een der grootmeesters van de Russische literatuur, wiens meesterwerken uiteraard mijn netvliezen zijn gepasseerd. Ik noem Tolstoj en creëer een bruggetje naar de literatuur. Ook op dit terrein maakt de heikneuter zich volkomen belachelijk.

Literatuur

                           
Eigenlijk heb ik medelijden met de pretentieuzen. Waren ze voorheen al niet in staat een stuk verantwoorde literatuur tot zich te nemen, sinds de intrede van social media zijn ze helemaal niet meer capabel de aandacht langer dan een pagina vast te houden. Door hun zwakke schouders zijn ze niet in staat de druk te weerstaan die het digitale leven oproept. Non stop zijn ze bezig onnodige prikkels te kanaliseren die de twittertjes, instagrammetjes en facebookjes van deze wereld oproepen. De tijd schiet erbij in zich met serieuze literatuur bezig te houden. In plaats daarvan lezen ze op hun onafscheidelijke smartphone de kreten die hun vele vriendjes en vriendinnetjes via social media stieten. Uit hun glossy magazines halen ze de namen van de nieuwste hippe schrijvers waarmee ze goede sier menen te maken op de pretentieuze feestjes die ze bezoeken. Ze lezen diens flutromannetjes die het niveau van de bouquetreeks niet overstijgen. Deze bundeltjes staan vol met uitgemolken thema’s, motieven en onderwerpen als transgenderproblematiek, biologische levenswijze, op zoek zijn naar jezelf, milieuproblematiek, incest perikelen en de holocaust ontkenning om er maar enkele te noemen.

U begrijpt dat dit mijn niet cup of tea is. Als ik lees trek ik me terug in mijn eigen wereld zodat ik ten volste kan genieten van het meesterwerk dat op mijn schoot ligt. Meesterwerken die zich altijd afspelen in gedenkwaardige periodes van de geschiedenis. U vindt bij mij geen lichtzinnig vermaak of boekjes vol met poldermeisjes romantiek. De romans die ik lees fileren de maatschappij door de ogen van zeer interessante personages. Ik memoreerde al Tolstoj en daar kunt u gerust de rest van de Russische bibliotheek bij leggen. Moeiteloos verplaats ik me van de negentiende eeuw, de eeuw van de Dekabristen en Tolstoj, via Kerenski, Lenin, de Russische Revolutie en het Stalinistisch regime naar de twintigste eeuw. Het zijn maar enkele plekken en tijdperken op de aardbol die ik via hoogwaardige literatuur heb leren kennen. Regelmatig maak ik uitstapjes naar bijvoorbeeld de Koude Oorlog, de Franse Revolutie, het Romeinse Rijk, de Industriële revolutie en het Interbellum om maar enkele voorbeelden te noemen.  

Vergissen


Soms kan men zich akelig vergissen en blijkt gedrag verre van pretentieus te zijn. Het overkwam mij een keer. Vaak gebruiken pretentieuze mensen Engelse woorden om hun wollig taalgebruik extra kracht bij te zetten. Een bode van de afdeling Personeelszaken wordt een Human Resource Manager, een derderangs wijktoneelstuk wordt een performance, een slaaf wordt een trainee, je doelen nastreven wordt hard on targets, soft on tools en een achterbuurt waar men in een loods blikken bier kan wegtikken wordt aangeduid als een Urban Experience. Het kan echter nog erger, mensen die Griekse en Latijnse woorden in hun betoog metselen.

Jaren geleden, toen ik nog wel eens mensen uit de brand hielp, kwam ik zo iemand tegen. De beste man, een extreem vage kennis van me, had flink gestudeerd en er waren aardig wat exotische woorden bij hem blijven hangen. Hij zat een avond op hete kolen. Er kwam een vriend uit het buitenland over en hij zou die avond met hem gaan eten. Een ritje spoedeisende hulp voor een gezinslid noopte hem echter van de afspraak af te zien. Hij vroeg mij of ik zijn vriend kon opvangen en vermaken. Ik verstond slechts de helft van wat hij zei door de ontzaglijk hete aardappel die hij in zijn keel had hangen. Met veel air en tamtam meldde hij me dat de Homo Sapiens om 20.00 uur bij restaurant X zou zijn. Woede maakte zich van me meester. Ik vond het geen probleem om hem te helpen maar keurde zijn pretentieus geneuzel af. Ik wilde serieus genomen worden en begreep dondersgoed dat ik een afspraak met een man had en niet met een of andere exotische benaming voor mens. Ik slikte mijn woede echter weg en aanvaardde zijn verzoek.

Ik was redelijk op tijd en zat heerlijk te genieten van mijn Nero d’Avola. Deze blauwe druif van het eiland Sicilië ambieer ik het meest in pure en dus niet geblende vorm. De uitgebalanceerde combinatie van kruidigheid en fruitigheid polijstten mijn smaakpapillen en deed een gevoel van welbehagen bij me oproepen. Mijn gedachten dwaalden af naar het Sicilië van de Klassieke oudheid, een periode in de geschiedenis waarover ik zoveel gelezen heb. Met haar superieure kunst – en levensvormen een helaas niet meer bestaand Utopia. Een plek waar ik zoveel beter tot mijn recht zou komen.

In de verte deed een nasale stem mij echter weer afdalen in de spelonken van de kille werkelijkheid. Een nogal verwijfd manspersoon kwam met uitgestoken hand op mij aflopen. Zijn pantalon zat strak om zijn jongensbillen gespannen. De zijden blous die hij droeg was ongeveer drie maten te klein met als doel zijn afgetrainde torso beter te doen uitkomen. Pluizig borsthaar baande zich een weg door de knoopsgaten naar buiten en de gel in zijn gepommeerde kapsel rook naar jasmijn en lavendel.

Hij keek me met angstige konijnenoogjes aan en vroeg :

“Bent u………………?”

“Ja”, antwoordde ik op fluistertoon.

Hij schoof zijn fluweelzachte handje zachtjes in mijn handpalm en stelde zich voor.

“Mijn naam is Sapiens.”

“Sapiens?”

“Ja, Sapiens.”

“Sapiens de…………? “

“Ja, Sapiens de homo, de homo Sapiens.”

Het kwartje daalde en het ijs was meteen gebroken. Enigszins genegeerd door de foutieve inschatting die ik had gemaakt van mijn extreem vage kennis, nam ik mezelf voor er een leuke avond van te maken.

Een leuke avond werd het. Sapiens werd flink dronken en ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat hij mij wel als toetje wilde hebben. Aangezien Sapiens zich de volgende ochtend om 7.30 uur op een congres moest melden besloot ik hem om 2400 uur met een zachte trap onder zijn homokont naar zijn hotel te bonjouren. Als vrienden voor het leven namen wij afscheid.

Pretentieuze mensen zullen er altijd zijn. Hun gedrag heeft tot doel hun onvermogen te maskeren. Van binnen zijn het diep ongelukkige en onzekere mensen die wollige praat nodig hebben om zichzelf een goed gevoel te geven en hun gesprekspartner een verkeerd beeld van hen te geven. Gelukkig is dit gedrag de ver van mijn bed show en ben ik wel in staat iemands kennis en interesses op de juiste waarde te schatten.

Foto : Nrc.nl


Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o