Doorgaan naar hoofdcontent

Gans

 



Ik had recent een vrije dag en besloot een wandeling om het pittoreske centrum te maken. Het zou geen halve wandeling worden, maar een wandeling om het ganse centrum heen. Gans de dag wilde ik ervoor inplannen. Nadat ik gans mijn kom met Brinta had geleegd trok ik mijn duffelcoat aan, knoopte deze gans dicht en gleed mijn voeten in sandalen van sandelhout. Voor de zekerheid had ik de klimatologische omstandigheden gecheckt en de weerman wist mij gelukkig te melden dat het de ganse dag droog zou blijven, met een gans etmaal aanwezig briesje, welke echter niet boven de anderhalf Beaufort zou uitkomen. Na een kwartiertje arriveerde ik bij de stadsmuren die het ganse centrum van Glas en Staal omringen. Een tourguide stond wetenswaardigheden in het Nederlands uit te strooien over een groep toeristen uit Leipzig. “ Jullie Brüder uit het Westen hebben ons ganse centrum gebombardeerd, maar waren zo hoffelijk om de stadsmuren te ontzien zodat wij deze in hun ganse pracht en praal kunnen bewonderen. “ Gans de groep staarde de tourguide met verwondering aan en een zwaarlijvige man met een knickerbocker aan zei :  “ Mag ik u namens gans de Oost-Duitse gemeenschap onze verontschuldigingen aanbieden? “ “ Gans geaccepteerd “ zei de tourguide. 

Ik liep verder en een stukje verderop zag ik bij een restaurant een uithangbord dat over de ganse breedte was beschreven met de tekst :  Aanbieding: Ganse middag twee gevogeltes bestellen en slechts een betalen. Bestelling plaatsen vóór 16.30 uur  Ik keek op mijn klokje, het was 10.41 uur. Als ik op wandeltempo om het ganse centrum zou gaan lopen zou ik nooit op tijd terug zijn voor de aanbieding. Ik besloot het over een andere boeg te gooien, een gans andere boeg. Ik trok mijn sandelhouten sandalen strak en zette aan voor een sprint. Ik was voornemens een lange sprint om het ganse centrum te maken zodat ik op tijd bij het restaurant zou zijn. Onderweg kwam ik diverse mij bekende sujetten tegen die een praatje met mij wilden maken. Omdat ik geen tijd had duwde ik ze weg en als ze bleven volharden pompte ik mijn ganse gebalde vuist op hun muil. De sprint was zwaar, mijn ganse lichaam begon te kraken en te piepen en mijn ganse gelaat was bedekt met zweet. Na een straf uurtje zag ik in de verte het restaurant opdoemen. Vlak voor het restaurant begon mijn maag te draaien. Ik kon het niet tegenhouden en braakte mijn ganse maaginhoud over de stoep. Twee hopen half verteerde Brinta met her en der wat afgekloven teennagels lagen te dampen in de open lucht.

Nadat ik mijn ganse gezicht enigszins in een fontein had opgefrist betrad ik het restaurant. Ik werd verwelkomd door een gerant die gans in zwart was gekleed. “ Ik kom voor de aanbieding “ zei ik. “ Prima. Met hoeveel bent u? “ “ Ik ben gans alleen “ zei ik. “ Geeft niet “ zei de gerant. U kunt niet alles hebben. Het zou toch wat zijn als het ganse leven in balans zou zijn. Volgt u mij maar. “ Ik volgde de gerant. We liepen het ganse restaurant door en hij placeerde me ergens in een hoek. “ Geeft u mij de kaart maar “ lachte ik hem toe. “ Onze aanbieding is vandaag een groot succes gebleken “ lachte de gerant eveneens. “ Het was een dermate groot succes dat er nog maar één soort gevogelte over is. “ Ok, ok “ mompelde ik. “ Welk gevogelte kunt u me aanbieden? “ “ Gans! “ kraaide de gerant. “ Zal ik beide ganzen gans voor u aansnijden? “

 

 

Foto : www.licg.nl


Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o