Doorgaan naar hoofdcontent

Poes poes poes poes poes!!!



Wij hebben een kater. Hij heet Kylo en het is een prachtig beest. Zijn vacht is gitzwart en glanst als zwarte onyx. Kylo, redelijk stevig gebouwd, is zowel vechtmachine als knuffelbeest. Hij is nogal territoriaal gericht en duldt geen andere kat, gevogelte of enig ander soort organisme in zijn buurt. Zijn territorium omvat ons huis, onze tuin en het liefst nog een paar andere tuinen erbij. Het is een paar keer goed fout gegaan met andere katten maar sinds Kylo volwassen is wagen zich nog maar weinig andere katten in onze tuin.

Dat kun je niet van de duif zeggen. Duiven staan vooral bekend als ranzig, apathisch en ontzaglijk dom. Het zijn zeker niet de wonderkinderen van het dierenrijk. Op de een of andere manier stoten ze zich steeds weer aan dezelfde steen. Het aantal keren dat ik een duif uit onze tuin heb moeten verjagen om diens vege lijf te redden zijn talloos. Een tijdje geleden ging het vreselijk mis. Ik was verdiept in een stuk hoogwaardige literatuur toen ik het geluid van rammelende brokjes hoorde, het geluid als Kylo eet. Ik keek op uit mijn boek en zag poeslief tegenover me zitten. Ik stierde naar de keuken, maar Kylo was me voor. In plaats van de keuken uit de tuin in te vliegen vloog de duif de woonkamer in. Ik denk dat Kylo minstens twee meter hoog sprong. Hij gaf de duif een linkse directe en deze vloog volkomen krankzinnig en druipend van het bloed de gordijnen in en begon er tegenaan te kakken. Ik bonjourde Kylo de woonkamer uit en ontfermde me over de duif. Naast een hoop bloed en veren had deze ook het kleine beetje verstand wat ie had verloren en probeerde door het raam naar buiten te vliegen. Ik heb zo goed als ik kon de duif opgelapt en deze ver van ons huis op een veilige plek uitgezet.

Naast dit territoriale gedrag is Kylo ook van de rituelen. Hij wordt kwart over zes wakker en komt om eten zeuren. Ik gooi zijn bak vol, hij kijkt dertig seconden door het kattenluik om te checken of er niemand in de tuin is, neemt twee happen, gaat weg om ergens bij de buren tussen de planten te pissen, komt terug en eet de rest op. Elke dag weer en dit is nog maar een klein deel van de talrijke rituelen die zijn kattenleven larderen. Het gaat zo de ganse dag door en als een mens zo zou acteren dan kreeg hij of zij het stempel zwaar autistisch. We zijn zo gewend aan de rituelen dat ze ons geeneens meer opvallen……………….tot vorige week.

Op zondagochtend zet hij om 6.15 zijn klauwen in mijn grote teen die onder het dekbed vandaan komt. Kylo loopt naar de keuken en volkomen geconditioneerd stap ik uit bed. Ik loop de keuken in en in plaats van Kylo door het kattenluik te zien turen zie ik nog net hoe hij zijn achterste door het luik wurmt. Ik weet even niet wat te doen, dit is niet wat ik gewend ben. Op het aanrecht ligt een sleutelbos, ik draai deze in het slot van de achterdeur en duw deze open. Kille herfstlucht slaat in mijn gezicht en de tuin is gehuld in een dikke mist. Een paar meter voor me zie ik Kylo op de schutting lopen. Voordat hij er aan de andere kant af springt draait hij zich om en kijkt me aan met een blik die ik niet eerder heb gezien. Ik fluit, maar hij komt niet terug. Ik loop naar binnen, sla een duster om mijn knokige lijf en loop de tuin in.

Ons huis is onderdeel van een rechthoekig huizencomplex. De achtertuinen staan tegen elkaar aan en worden gescheiden door een achterom. Het is als ware een miniatuur doolhof waarbij je drie kanten op kan als je bij ons via een poort de tuin uit loopt. Je kan naar rechts waarbij je na tien meter bij een hek, een van de drie ingangen naar het achterom, komt dat geopend dient te worden met een sleutel. Hetzelfde geldt als je naar links loopt, alleen is de afstand dan twintig meter. Als je naar links loopt kun je na vier meter ook nog een keer linksaf slaan waarna je na dertig meter op een ander hek stuit. Drie mogelijkheden, kans op verdwalen zo goed als nihil.

Ik open de tuinpoort en loop het achterom in. Het lijkt wel of de mist hier nog dikker is. Ik neem de weg naar links. Er komt geen einde aan de twintig meter en de huizen zijn nu volledig afgeschermd door de mist zodat ik ze niet meer kan zien. Ik snap er niks van, het lijkt haast wel een droom, alsof ik door tunnel van mist buiten de werkelijke wereld loop. Ik keer om en loop terug richting ons huis, maar kan het niet meer vinden. Het achterom lijkt eindeloos te zijn. Het is volkomen stil terwijl ik normaal op dit tijdstip geluiden van verkeer zou moeten horen. Er branden ook nergens lichten, het lijkt wel alsof ik in een vacuüm ben beland. Ik weet niet hoe lang ik aan het lopen ben, maar na een uur, alhoewel het ook drie uur geweest kan zijn, zie ik in de mist vage contouren opdoemen van een poort. Naast de poort staat een zwarte kat wiens ogen rood opflikkeren.

' Eenzame fietser ', zegt de kat.

De kat komt naar me toe lopen en ik herken hem, het is Kylo. Zijn blik is strak op me gericht, het is niet zoals ik Kylo ken.

' Je praat ', zeg ik. ' Dat kan niet. Dit moet een droom zijn.'

' Ik praat, maar belangrijker is dat we elkaar verstaan. Jij bent hier omdat jij mijn uitverkorene bent. We mogen er allemaal eentje uitkiezen. '

‘We? Uitverkorene? Wat bedoel je? Ik snap er niks van Kylo.'

' Kom mee ', zegt hij en hij draait zich om.

Ik loop achter hem aan en we komen op een kale, grijze hoogvlakte. De spaarzame bomen die er staan zijn dood en de grond is stenig en hard. Er hangt nevel in de lucht en er is geen horizon te zien. De geur die in de lucht hangt is ondefinieerbaar. Ik heb nog nooit zoiets geroken, al heeft het iets weg van metaal en geronnen bloed. Ik zie niets wat duidt op de aanwezigheid van mensen.

' Waar zijn we Kylo? '

' We zijn in de toekomst eenzame fietser. Het tijdperk van de mens is geweest. Het kattenvolk heerst.'

Ik kan een zenuwachtig lachje niet onderdrukken. Dit moet een absurde droom zijn, maar het voelt zo levensecht.

' Wat is er dan met de mensheid gebeurd Kylo? '

' De mensheid heeft het verpest en de katten hebben het overgenomen. Wij gaan het beter doen, we hebben alleen een beetje hulp nodig van de uitverkorenen. Jij bent een uitverkorene eenzame fietser. Het beste wat de mensheid heeft voortgebracht brengen we naar de toekomst zodat ze ons kunnen helpen met overleven. Wees gerust. Het gaat nu snel met de mensheid en deze zal er binnenkort niet meer zijn. Jij hoeft het niet mee te maken, wees daar blij om. '

Het duizelt in mijn hoofd, wat een absurde droom.

' Kom mee eenzame fietser, dan gaan we je komst vieren. '

We lopen een heuvel af en midden in een grijze vallei staat een lange tafel gedekt met een scharlaken rood laken, glazen, borden en servies. Er zitten zeker honderd katten op stoelen eromheen. In het midden staat een verhoogde troon waar ik op moet gaan zitten. Terwijl schalen met vlees rond gaan komt Kylo naast me zitten en schept mijn bord vol.

' Eet eenzame fietser. Het zal je smaken. '

Het vlees is wonderbaarlijk lekker. Sappig, gekruid en het heeft een geweldige textuur.

' Wat zie je als je om je heen kijkt? ', vraagt Kylo.

' Niks. Dorre, droge, stenige grond ', zeg ik terwijl ik een sliert sappig vlees langs mijn huig voel glijden.

' Precies. Wat kan je hier verbouwen? Niks. Geen grassen, geen gewassen, geen granen. Je kan hier dus ook geen vee houden en toch nemen we het er goed van. Wat vind je van het vlees? '

' Perfect. Ik heb zelden zoiets heerlijks gegeten.'“

' En daarom zijn jullie de uitverkorenen hier, om ons te helpen te overleven. Het is namelijk mensenvlees.', zegt Kylo terwijl hij een klauw in mijn been zet.

Ik weet niet meer wanneer de shock precies kwam. Was het aan de tafel toen ik besefte in welke waanzin ik was beland of was het toen ik na mijn vlucht bij de poort kwam en zag hoe een kerel in een felgele regenjas krijsend en bloedend door een dozijn katten over de stenige grond werd gesleept op weg naar een slachthuis?

Au!!! Au!!! Au!!! Ik open mijn ogen en zie Kylo zijn nagels in mijn grote teen, die onder het dekbed vandaan komt, zetten. Wat een afschuwelijke nachtmerrie. Ik kijk op de wekker, 6.15 uur. Wat had ik anders gedacht?

Ik loop achter Kylo aan naar de keuken. Hij knort en geeft me kopjes. Ik geef hem zijn zakje eten, hij neemt twee happen en verdwijnt door het kattenluik. In de tussentijd zet ik koffie. Even later komt hij weer terug en eet de rest op. Als zijn bakje leeg is kruipt hij weer door het luik naar buiten. Ik pak de sleutelbos en open de achterdeur. Ik heb wat frisse lucht nodig. Kylo loopt op de schutting en net voordat hij er afspringt draait hij zich om en kijkt hij me aan. Heel kort lijken zijn ogen rood op te flikkeren en het kan niet, maar even lijkt het of hij naar me lacht.

Ik drink mijn koffie op, kleed me om en loop naar de schuur voor mijn fiets, klaar om naar mijn werk te gaan. Vanuit de poort neem ik de achterom naar rechts. Als ik het hek heb afgesloten wil ik weg fietsen, maar vanuit mijn ooghoek zie ik iemand iets opplakken op een lantaarnpaal. Ik zie haar nog net weglopen, het is de buurvrouw van de andere kant van ons huizencomplex. Ik loop naar de lantarenpaal en lees de volgende op een vel getypte tekst :


Vermist!!!

Mijn liefste man.

Hij ging iets gisterochtend uit de schuur halen, maar kwam niet meer terug. Hij is herkenbaar aan zijn felgele regenjas.

Neem alsjeblieft contact met me op als u iets weet of vermoedt.


Achter me hoor ik een zacht gegrom. Ik draai me om en zie Kylo naar me staren. Ik besluit dat ik niets weet of vermoed.

 

 


 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o