Ik ben tien jaar geleden enkele maanden huismeester geweest in een voormalig klooster. Het klooster lag diep gelegen in de oerbossen, ongeveer tweehonderd kilometer verwijderd van de randen van de middeleeuwse stad waar ik woon. Het was een opvanghuis voor ontheemde kinderen geworden. Een plek waar ze de rust en veiligheid konden vinden die ze nooit hadden gehad in hun leven. Het instituut werd bestierd door pedagogen, idealisten, leraren, welzijnswerkers en monniken. Ik heb hier tien jaar geleden een bijzondere Pasen meegemaakt. De reis naar het klooster was lang en vermoeiend maar ook zeer indrukwekkend vanwege de prachtige natuur. Aan de rand van het bos, zo’n twintig kilometer van de stadswallen verwijderd, hield het asfalt op met bestaan. De volgende honderdtachtig kilometer bestond uit paden met een ondergrond van zand, klei, steen en mos. Aangezien ik geen eigen vervoer had was ik afhankelijk van de enkeling die met een voertuig langs kwam en genegen was mij een lift te geven. D