Doorgaan naar hoofdcontent

De Dubbele Bruine van Westmalle

 


Bier blijft bier, dat is het goeie ervan,’ zei het personage dat acteur Frank Lammers in de film Wilde Mossels speelde. Dat is inderdaad het goede ervan. Hoeveel varianten en productdifferentiaties er ook zijn van bier, het blijft bier. Ik hou van bier, sloten drink ik er van. Zoals vele bierdrinkers ben ik begonnen met pils en is in de loop der jaren mijn interesse verlegd naar de zogenaamde speciaalbieren, bieren van hoge gisting. Dubbels, tripels, quadruppels, porters, stouts, blonde bieren, IPA’s, zure bieren en Vlaams Rood Bruin om maar wat voorbeelden te noemen, het is allemaal langs mijn huig gegaan. Toch is er een bier die er wat mij betreft bovenuit steekt qua smaak, maar vooral qua beleving en emotionele waarde : de Dubbele Bruine van Westmalle.

De Dubbele Bruine van Westmalle is een donkere, roodbruine Trappist van 6,5% en heeft een stevige, crèmekleurige kraag. Bij het inschenken zult u merken dat het bier een flinke hoeveelheid koolzuur heeft welke het parelachtige gevoel in de mondholte verklaart. Hop is sterk aanwezig en bij de eerste slok proeft u eerst een zoet moutaroma gevolgd door accenten van gist en brood. Daarnaast heeft het bier tonen van rijpe bananen en op de achtergrond pruimen. De balans tussen de bitters en het zoet is zo goed als perfect. Het bier dient geserveerd te worden in een speciaal gemaakte kelk van dik glas. De breedte van de kelk zorgt ervoor dat de aroma’s makkelijk uit het glas opstijgen. Het dient daarom als aanbeveling aan het bier te ruiken alvorens u de eerste slok neemt.

 

Reeds langere tijd bekend met de Dubbele Bruine van Westmalle is de liefde bij mij echt ontloken zo pak ‘m beet vijfentwintig jaar geleden. Ik was met mijn vrienden Grote Geeuw en Ome Beertje een weekend in de wonderschone stad Gent. Het was hartje winter en de stad werd gegeseld door ijsregen, hagel en een straffe wind uit het noorden. Na een bezichtiging van het Lam Gods en de Sint-Baafskathedraal scharrelden we rond door de straten, verkleumd tot op het bot. Aan de poort van het Gravensteen vatten we het idee een klein afzakkertje te halen om enigszins op temperatuur te komen. We belandden om 12.15 uur in Café den Turk, een oergezellige, donkere uitspanning. Het afzakkertje ontaardde in een slemppartij die de ganse middag tot de avond doorging. Vijfentwintig jaar later weten we nog steeds niet wat we gedronken hebben. Het was een blond bier, vermoedelijk Leffe, maar het zou zomaar een ander blond bier geweest kunnen zijn. We zaten bij het raam aan een klein tafeltje. Om de beurten gingen we drie bier halen die de uitbater met veel elan en vakmanschap op de toog plaatste. De consumptie nam toe, de gang naar de bar werd instabieler, de lippen werden rubberachtig en we werden steeds moeilijker te verstaan. Toch lukte het ons steeds weer om drie blonde bieren te bestellen………..tot een uurtje of half zeven ’s avonds. Het was mijn beurt en ik zwalkte naar de bar. Ik keek de uitbater in de ogen en ik wist het niet meer, ik was het gewoon vergeten. Ik had geen idee meer wat we vanaf 12.15 uur aan het drinken waren.

‘Dwzie Wezzmalluh Duppel,’ gleed er uit mijn mond. De uitbater zal ongetwijfeld zijn wenkbrauwen hebben gefronst maar zette onverstoorbaar de flessen en schone glazen op de toog. Ik liep naar ons tafeltje en hoorde Geeuw en Beertje iets stieten van : Wazz dâh jôh? Izz dâh wâh we gedronkûh hebbuh? Ach,……sal wel.’  Ik denk dat dit het moment is geweest waarop ik de Dubbele Bruine van Westmalle definitief in mijn armen heb gesloten.

 

Een ander memorabel moment omtrent de Dubbele Bruine van Westmalle heeft plaatsgevonden in Sufstad. Ik had met mijn vriend Ome Harry afgesproken om er een zaterdag heen te gaan. Na alle platenzaken bezocht te hebben belandden we in café Locus Publicus. Locus is een begrip in Sufstad. Aan verandering hebben ze er een broertje dood. De donkere pijpenla ziet er nog eender uit als dertig jaar geleden. We nestelden ons  op een kruk aan de bar en bestelden twee Dubbele Bruine van Westmalle. Het was gezellig, de tijd verstreek en ook hier werden de lippen rubberachtig. De muziek die werd gedraaid was geweldig en Ome Harry vroeg met zijn rubberen lippen na wisseling van de shift aan de nieuwe barman, een studentikoos figuur, of ze misschien iets van John Wyatt hadden. De nieuwe barman was overduidelijk nog niet gewend aan onze stemmen en rubberen lippen en ging enthousiast op zoek. Met een brede grijns op zijn gezicht legde hij een VHS videoband op de bar. Een band met een film van John Wayne. Het kon ons echter niet deren, gezellig was het en gezellig bleef het. We bestelden nog maar voor de zoveelste keer twee Dubbele Bruine van Westmalle. De barman dook onder de bar en kwam er met een wit weggetrokken gezicht weer bovenuit zetten.

‘Het is op. Jullie hebben de complete voorraad Dubbele Bruine van Westmalle opgedronken!’

Ik heb geen idee meer op welk ander bier we zijn overgegaan, laat staan dat ik me kan herinneren hoe en met welk voertuig we zijn thuisgekomen.

Dus zonder Frank Lammers uitspraak Bier blijft bier, dat is het goeie ervan te bagatelliseren wil ik u met dit stukje aangeven dat bier zoveel meer is. Bier staat voor vriendschap, memorabele momenten en geschiedenis.

Geniet ervan…………................Met mate.

 

Foto : Raymond Swaep



Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o