Doorgaan naar hoofdcontent

Greta


Soms ontmoet je wel eens mensen waar je een tijdje mee omgaat alvorens elkaars wegen scheiden. Er volgt nog een belletje, een kaartje, een appje of een mail, maar dat is het dan. Dat is niet goed of slecht, het gebeurt gewoon. Ik heb jaren geleden ook eens zo’n ontmoeting in Zweden gehad.

Ik zat ruim in mijn vrije dagen en besloot een weekje vakantie op te nemen. Zweden werd mijn bestemming, een houten hutje aan een zwart meer omringd door eindeloze naaldbossen en heel veel rust. Een perfecte stek om wat te lezen, te contempleren en vooral gevrijwaard te zijn van het oeverloze gekakel van de eenvoudige burgers om me heen waarmee ik dagelijks word geconfronteerd.

Ik had haar de eerste dag al aan het meer gezien. Ze was bezig met boomstammen iets te bouwen, een vlot leek het wel. We hadden elkaar al enkele malen begroet maar tot een gesprek was het nog niet gekomen. De derde dag trok ik de stoute schoenen aan en liep naar haar toe.
‘Hoi. Wat ben je aan het maken?’
‘Een vlot.’
‘Een vlot?’
‘Ja een vlot. Ik ga weer naar huis.’
Ik voelde aan mijn klompen aan dat dit een bijzonder gesprek ging worden.
‘Waar woon je?’ vroeg ik.
‘In Canada, in de Yukon.’
Ik besloot het spel mee te spelen en vroeg haar waarom ze weer naar huis ging. 
‘Mijn missie is volbracht. Ik heb gekeken hoe jullie het er vanaf hebben gebracht en ga mijn mensen hiervoor waarschuwen.'
‘Mijn mensen? Waarschuwen?’
‘Ja mijn mensen. Ver hier vandaag in afstand, maar vooral in tijd. Mijn naam is trouwens Greta.’
‘Waar moet je dan voor waarschuwen Greta?’
‘Voor jullie zelf. Hoe jullie met alles omgaan zorgt ervoor dat jullie massaal zullen sterven.’
‘Sterven?’
‘Ja sterven, in de betekenis van doodgaan.’
Ik kon maar geen hoogte krijgen van dit raadselachtige meisje. Ze intrigeerde me mateloos.

De volgende ochtend werd er op de deur van het houten hutje geklopt. Het was Greta.
‘Ik ga er vandoor Eenzame Fietser. Vaarwel.’
Ik liep met haar mee naar het vlot en zwaaide haar uit. Ik had intussen chocolademelk opgewarmd om er samen van te genieten bij haar terugkomst. Met mijn polaroid heb ik nog een foto van haar gemaakt en deze haar cadeau gedaan. Ze zeilde weg over het zwarte meer tot ze niet meer dan een stipje aan de horizon was. Ik wachtte en ik wachtte, maar ze kwam niet meer terug. Drie keer ben ik het meer rondgewandeld maar ik vond geen teken van Greta. Ook navraag bij de spaarzame bewoners in de omgeving leverde niks op. Niemand had ooit van Greta gehoord.

De volgende ochtend werd er op de deur van mijn houten hutje geklopt. Ik deed open en zag een postbode staan.
‘Ik heb een brief voor u,’ zei hij.
‘Een brief voor mij? Niemand weet dat ik hier ben.’
‘Het vreemde is dat we deze brief al jaren in ons bezit hebben. Sterker nog, niemand weet hoe lang al. Er zat een verzoek bij om de brief deze week bij dit huisje af te leveren.’
Ik opende de brief en las de tekst : Groeten uit de Yukon - 1898




 

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o