Je hoort het regelmatig: " we gaan de zon opzoeken ". Ieder weldenkend mens weet dat dat in de letterlijke zin des woords (nog) niet kan. We zouden smelten en verbranden als we maar enigszins in de buurt zouden komen van de zon. “ We gaan de zon opzoeken " heeft uiteraard een figuurlijke betekenis, we gaan op vakantie naar streken waar het warm is en waar de zon de hele dag en het hele jaar schijnt. Voor mij heeft " we gaan de zon opzoeken " niet zo’n vrolijke klank. Ik hou niet zo van de zon, alhoewel ik 'm in sommige periodes minder haat. In juni, als de dagen het kortst zijn en de zon op z'n hoogst staat, kots ik haast letterlijk van hem. Dat felle, de ganse dag aanwezige licht, pleegt een inbreuk op mijn gevoelsleven. Ik voel me bespied en bekeken en zeer oncomfortabel. Helaas heb ik echter geen invloed op de klimatologische omstandigheden en heb ik de zon maar te gedogen. Het liefst zie ik helemaal geen zon, maar als deze er toch moet zijn,d