Doorgaan naar hoofdcontent

Fietsen op Groundhog Day




Ik ben dol op fietsen, vooral als het woon - werkverkeer en ritjes door mijn mooie Rotterdam betreft. Over dit laatste ga ik nog schrijven maar vooralsnog maak ik een uitstapje naar Delft.

Het pittoreske Delft is de plaats waar ik op kantoor zit. Ik zit echter op kantoor in het zuiden van Delft in de buurt van de Makro en deze omgeving is op zijn zachtst gezegd wat minder pittoresk. De afstand van mijn huis naar het kantoor is bijna dertien kilometer Vijf keer per week fiets ik op en neer en het is al achttien jaar Groundhog Day. Je komt eigenlijk onderweg non stop dezelfde mensen tegen. De onverstoorbare bikkelaars, zoals ik, die door weer en wind in hun alledaagse kloffie iedere dag weer hun tochtje maken en de mooi weer fietsers. De mooi weer fietsers hebben prachtige fietsen en gelikte sportkleding. Ze tonen vanaf begin april, als de temperatuur weer boven de tien graden uitkomt, hun misselijkmakende smoelwerken en zoeven je aan alle kanten voorbij. Vanaf begin oktober zie je ze ook niet meer, het is dan gewoonweg te frisjes voor ze. In de tussentijd haken ze regelmatig af bij windkracht drie of meer, bang om van de fiets te vallen en af te breken.

Het kortste traject is Gordelweg, Klein Polderplein, het prachtige Oud Overschie en via lintdorp de Zweth duik ik dan de polder in. Binnen een afstand van pak ´m beet zestien kilometer vind je een kosmopolitische stad, een oud hollands polderlandschap en een Anton Pieck – achtig stadje dat uit zijn voegen barst van historie en cultuur. Er is geen VVV of toeristenbureau die deze unieke combinatie van USP`S., ofwel Unique Selling Points, gebruikt ter promotie. Out of the Box denken zou hier zeer welkom zijn. Misschien moet ik er maar eens iets over schrijven.

Nu we in Delft zijn beland wil ik u ergens op attenderen. In Delft woont een zekere Marcel de Wit, een Delftenaar in hart en nieren. Marcel heeft fabelachtige proza geschreven in de vorm van magistrale columns. Het meesterwerk is vorm gegeven in een boekje met de titel "Autoluw en andere Delftse verhalen ". Op meesterlijke wijze fileert Marcel zijn eigen psyche en en passant neemt hij het sociale, culturele en maatschappelijke leven in Delft onder de loep. Ik verplicht u uiteraard nergens toe, maar ik zou het gewoon gaan lezen.

Er zit een einde aan mijn fietstochtjes te komen .Het bedrijf waar ik voor werk gaat ter ziele. De activiteiten worden waarschijnlijk overgenomen door de concurrent, gesetteld op ruim tweehonderd kilometer van Delft. Dit betekent normaal gesproken einde verhaal voor de meeste mensen en ' vol verwachting ' zien we de individuele afrondende gesprekken tegemoet. Het ter ziele gaan is, zoals u zult begrijpen, niet het gevolg van het aaneenrijgen van successen. Er is inderdaad wel sprake van het aaneenrijgen, maar dan van mislukkingen. Dit in combinatie met totaal mislukt leiderschap, het ontbreken van visie en strategisch inzicht heeft geresulteerd in de huidige erbarmelijk situatie.

We zitten nog wel in het pand, maar zijn niet meer de eigenaar. De nieuwe eigenaar gaat van de buitenruimte een betaalde parkeerplaats maken. Wij mogen nog een paar maandjes de kantoorruimte huren, maar daarna worden we vriendelijk verzocht niet meer terug te komen.  Het is een komen en gaan van arbeiders met allerlei apparatuur en wagentjes. Mijn persoonlijke dieptepunt vond vrij recent plaats. Er was een soort van slotgracht gegraven met een loopplankje erover heen. Al balancerend op het plankje moest je je daarover voortbewegen om bij je fiets te komen. Mijn eerste poging ging nogal houterig en een arbeider keek me aan en ik beantwoordde zijn lege holle blik. Ik vroeg me af of hij ooit van het Communisme had gehoord. De leer volgens welke “ de arbeidersklasse in opstand moet komen tegen de kapitaalbezitters ten einde een evenredige verdeling te creeëren van de productiemiddelen en de kapitaalmiddelen. Ik had niet het idee dat hij op de hoogte was. “ Gaat het “ ? vroeg hij. Een warm gevoel maakte zich van me meester. De arbeider mag dan misschien de arbeider niet meer zijn, hij zorgde er wel voor dat ik met frisse moed op mijn fiets de polder in reed.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o