Doorgaan naar hoofdcontent

Eindelijk!!!



Eindelijk! Eindelijk beste lezers. Eindelijk is het moment gekomen.

Ik heb het uiteraard over de weersomslag die recentelijk heeft plaatsgevonden. De herfst heeft zijn eerste tekenen laten zien. Zelden heb ik er zo naar verlangd en wat kwamen de tekenen dit jaar vroeg. Normaliter is de zomer al de hel voor mij, maar dit jaar was het de hel buitencategorie met twee maanden zon, hoge temperaturen en zo goed als geen regen. Twee maanden heb ik zitten staren naar uitgedroogde grasvelden, verwelkte planten en had ik steevast pijnscheuten in mijn hoofd door het felle licht. Tot ergens vorige week. Er was regen voorspeld en dat hebben we gemerkt. 

Ik liep halverwege het Hang en de Hoogstraat toen de bui losbarstte. Alsof er werd geroepen: “ Ik ben jullie niet vergeten, ik ben er nog. “. Het ging op een heerlijke manier tekeer met horizontale regen en korte, krachtige windstoten. Het deel van het volk dat kan lezen was voorbereid en had een paraplu op zak. Ondanks de “gedegen” voorbereiding was het complete hysterie wat de klok sloeg. Als volleerde krijgers met hun speer in de aanslag renden ze gillend met hun paraplu vooruit door de straten. Als echte individualisten, geen oog hebbend voor hun medemens, prikten ze met hun paraplu’s in de ogen van hun tegenliggers. De straten waren bezaaid met platgetrapte oogballen en de smurrie zorgde in combinatie met de regen voor een zomerse ijsbaan. Je moet er toch niet aan denken dat er werkelijk iets gebeurt in de maatschappij. Deze door de overvloedige welvaart verziekte zwakkelingen zouden alleen maar in de weg lopen.

Ik heb van deze column een interactieve column gemaakt. U kunt een keuze maken n.a.v de volgende vraag:

Vraag: Hoe heb ik gereageerd?

A – Ik heb me aangesloten bij de doldwaze menigte.

B – Ik nam de laatste happen van mijn Surinaamse broodje, kuierde richting een afdakje en begon de inleiding te lezen van de roman die ik net voor een paar euro tweedehands had gekocht : Cocaïne – Een roman geschreven in de jaren dertig door Mark Lazarevitsj Levi gebruikmakend van het pseudoniem M. Agajev en welke als plot de cynische observaties van Vadim Maslennikov in Moskou tijdens de vooravond van de Russische Revolutie en de Eerste Wereldoorlog heeft.




Ik neem aan dat de opdracht niet al te moeilijk is, maar om het u enigszins te vergemakkelijken zet ik enkele Unique Selling Points van een natte, sombere zomer en enkele Unique Not Selling Points van een hete, droge zomer voor mij voor u op een rij. ( Voor een uitleg van het begrip Unique Not Selling Point verwijs ik u naar Unique not selling points (raymondswaep.blogspot.com) )


Natte, sombere zomer

Weelderig groen.

Geen leeghoofdige stompzinnige gesprekken over lekker weer  en  terrasjes.

Vroeg donker, dus eerder de gordijnen dicht.

Het ontbreken van halfnaakt volk op straat.

Minder korte lontjes door oververhitting.

Verkeer staat vaker vast zodat ik kan lachen als ik langs`fiets.

Winterse stoofpotten eten.


Hete, droge zomer

Veel halfnaakt volk op straat.

Totaal uitgeblust zijn door hoge temperaturen.

Uitgedroogde natuur.

Brandplekken op huid door verbranding.

Kloven tussen de tenen.

Uitgedroogde teennagels die afbreken.

Fel licht.

Oeverloos gezeik over het lekkere weer.

Nu de herfst is begonnen is het langzaam opbouwen naar de apotheose, de kortste en hopelijk ook zeer donkere dag van het jaar.




Foto`s : Raymond Swaep


 

Reacties

  1. Hulde voor deze messcherpe analyse! Ik zou bij 'Hete droge zomer' nog iets willen toevoegen, namelijk als het na 20 dagen onafgebroken 30+ is geweest dat je dan op een dag van een heerlijke 20 graden opeens hoort: 'Best frisjes vandaag. Beetje sombertjes.'

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Trammetje 8

  Ik ben woonachtig in een stad die voornamelijk bekend staat om diens uiterlijk van glas en staal. Als niets ontziende speren schieten torens van glas, staal en beton de lucht in. Toch heeft mijn stad oude wijken waar de geschiedenis nog voelbaar en zichtbaar is. Een van die wijken is het Oude Noorden. Deze wijk is gelegen tussen de Noordsingel, de Bergweg, Noorderkanaalweg, Soetendaalsekade, Zwaanshals, Zwaanshalskade en de Zaagmolenkade. Een nauwe stadswijk omringd door een gordel van groen langs de Rotte en de Noordsingel. E r is iets met deze wijk. Als er afscheid wordt genomen van de zomer en de dagen korter en korter worden gebeuren er dingen die niet te begrijpen zijn. Mensen die het hebben meegemaakt en het hebben proberen te verklaren zijn volkomen krankzinnig naar het gekkenhuis afgevoerd. Hoewel ik zelf nooit getuige ben geweest van vreemde gebeurtenissen kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Vooral als ik tegen zonsondergang op één van mijn lievelingsplekken sta: op de

Dat is dan vijfentwintig cent.

    Ik loop richting de Coolvest, draai me om en kijk de Raamstraat in. Nog een paar weken en dan wordt de Zandstraatbuurt gesloopt. Eindelijk heeft Burgemeester Zimmerman dan zijn zin gekregen. De paupers zullen als ratten uit hun holen verjaagd worden. De krotten worden gesloopt en een nieuw stadhuis en modern postkantoor zullen ervoor in de plaats verschijnen. Er moet een stadsboulevard van allure komen. Het zal mij benieuwen. Wat zal ik de wijk gaan missen. Ontelbare uren heb ik er in de groezelige bierhuizen doorgebracht met een glas donker bier in mijn hand en een pak kaarten in mijn binnenzak. Het leven hier ligt mijlenver van dat van mij aan de Leuvehaven. De wereld van de Zandstraatbuurt, de wereld van de sloebers, alcoholisten, souteneurs, hoeren en ander gespuis. Ik veracht ze, maar oh wat heb ik ze nodig om me goed te voelen. Het geluk heeft me toegelachen  vanavond  tijdens het kaarten. Minstens vijfentwintig guldens rammelen in mijn zak. De laatste partij hebben ze me mo

Schipper mag ik overvaren?

  “Twee keer een overtocht, dat is dan samen zeven euro en vijftig cent mijnheer.“ “ Zeven euro vijftig voor twee tickets mijnheer.“ “ Euh….Sorry? Wat? “ “Voor de overtocht. Zeven euro vijftig.“ “Ja natuurlijk. Hier. Ik was even aan het dagdromen.“ “Zijn we weer op aarde eenzame fietser?,“ hoor ik achter me. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Ome Beertje. Op zijn blakende hoofd zit een pet van Sankt Pauli. “Je zat zeker weer in een andere dimensie,“ grijnst hij. “Een soort van Ome Beertje hahaha." Ome Beertje is mijn grote vriend. We kennen elkaar al zo lang dat we eigenlijk niet meer weten wanneer we in elkaars leven zijn verschenen. We hebben dezelfde humor en houden beide van contempleren. Ome Beertje beheerst het contempleren tot in de finesses en heeft mij er veel over geleerd. “De mens is een dwaasheid “ zeggen we altijd. “De mens wil altijd meer, maar meer is niet altijd beter.“ zeggen we ook vaak. Ondanks het feit dat de mensen steeds maar o